Beschreiben (beschrijven) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Beschreiben - Vervoeging van beschrijven in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige tijd (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Beschreiben (beschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Körperliche Merkmale (Fysiek en uiterlijk)
Verbuiging van beschrijven in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) beschreibe | ik beschrijf |
(du) beschreibst | jij beschrijft |
(er/sie/es) beschreibt | hij/zij/het schrijft |
(wir) beschreiben | wij beschrijven |
(ihr) beschreibt | jullie beschrijven |
(sie) beschreiben | zij beschrijven |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich beschreibe das schöne Foto mit Locken. | Ik beschrijf de mooie foto met krullen. |
Du beschreibst seinen kurzen Bart sehr gut. | Jij beschrijft zijn korte baard heel goed. |
Er beschreibt das große Aussehen der Person. | Hij beschrijft het grote uiterlijk van de persoon. |
Wir beschreiben die braunhaarige Frau genau. | Wij beschrijven de bruinharige vrouw precies. |
Ihr beschreibt das dünne Mädchen und ihre Locken. | Jullie beschrijven het dunne meisje en haar krullen. |
Sie beschreiben den rothaarigen Mann und seinen Bart. | Zij beschrijven de roodharige man en zijn baard. |