Mitkommen (meekomen) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Mitkommen (meekomen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Mitkommen - Vervoeging van meekomen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Prasens, indikativ).

Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Mitkommen (meekomen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Sport und Bewegung (Sport en beweging)

Vervoeging van meekomen in de tegenwoordige tijd

Duits Nederlands
(ich) komme mit ik kom mee
(du) kommst mit jij komt mee
(er/sie/es) kommt mit hij/zij/het komt meekomen
(wir) kommen mit wij komen mee
(ihr) kommt mit jullie komen meekomen
(sie) kommen mit zij komen mee

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich komme mit zum Fußballtraining heute. Ik kom mee naar de voetbaltraining vandaag.
Kommst du mit zum Tennis spielen morgen? Jij komt mee tennis spelen morgen
Er kommt mit zum Joggen im Park. Hij komt mee joggen in het park.
Wir kommen mit zum Basketballspiel am Wochenende. Wij komen mee naar de basketbalwedstrijd in het weekend.
Kommt ihr mit zum Fitnessstudio heute Abend? Jullie komen mee naar de sportschool vanavond
Sie kommen mit zum Schwimmen im See. zij komen mee zwemmen in het meer

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

mit, kommst, kommt mit, kommt, kommen mit, komme mit

1.
Er ... zum joggen im park.
(Hij gaat mee hardlopen in het park.)
2.
... ihr ... zum fitnessstudio heute abend?
(Gaan jullie vanavond mee naar de sportschool?)
3.
Ich ... zum fußballtraining heute.
(Ik ga mee naar de voetbaltraining vandaag.)
4.
... du ... zum tennis spielen morgen?
(Ga je morgen mee tennissen?)
5.
Sie ... zum schwimmen im see.
(Jullie komen mee om in het meer te zwemmen.)
6.
Wir ... zum basketballspiel am wochenende.
(Wij komen mee naar de basketbalwedstrijd in het weekend.)