Weinen (huilen) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!
Weinen - Vervoeging van huilen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Prasens, indikativ).
Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Weinen (huilen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Emotionen und Gefühle (Emoties en gevoelens)
Verbuiging van huilen in de tegenwoordige tijd
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| (ich) weine | ik huil |
| (du) weinst | jij huilt |
| (er/sie/es) weint | hij/zij/het huilt |
| (wir) weinen | wij huilen |
| (ihr) weint | jullie huilen |
| (sie) weinen | zij huilen |
Voorbeeldzinnen
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| Ich weine, weil ich traurig bin. | Ik huil omdat ik verdrietig ben. |
| Du weinst nach dem traurigen Gespräch. | Jij huilt na het trieste gesprek. |
| Sie weint, weil sie nervös ist. | Ze huilt omdat ze nerveus is. |
| Wir weinen nicht, wir sind ruhig. | We huilen niet, we zijn rustig. |
| Ihr weint, wenn ihr wütend seid. | Jullie huilen als jullie boos zijn. |
| Sie weinen oft aus Angst oder Traurigkeit. | zij huilen vaak uit angst of verdriet |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
weinst, weinen, weine, weint
1.
Ich ..., weil ich traurig bin.
(Ik huil omdat ik verdrietig ben.)
2.
Sie ..., weil sie nervös ist.
(Ze huilt omdat ze nerveus is.)
3.
Du ... nach dem traurigen gespräch.
(Je huilt na het trieste gesprek.)
4.
Sie ... oft aus angst oder traurigkeit.
(Ze huilen vaak uit angst of verdriet.)
5.
Ihr ..., wenn ihr wütend seid.
(Jullie huilen als jullie boos zijn.)
6.
Wir ... nicht, wir sind ruhig.
(We huilen niet, we zijn rustig.)