Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Deze les behandelt Franse bijwoorden van frequentie zoals toujours, souvent, rarement en jamais. Je leert waar ze in de zin staan en hoe je ze gebruikt om aan te geven hoe vaak iets gebeurt. Voor Nederlandse sprekers is de positie van het bijwoord na het vervoegde werkwoord en de dubbele ontkenning bij jamais belangrijke verschillen om te onthouden.
  1. Het bijwoord staat na het vervoegde werkwoord.
Adverbe (Bijwoord)Exemple (Voorbeeld)
Toujours (Altijd)Je me couche toujours à 22h.  (Ik ga altijd om 22 uur naar bed.)
Souvent (Vaak)Tu te réveilles souvent avant ta sœur.  (Je wordt vaak wakker vóór je zus.)
Rarement (Zelden)Il se lave rarement les cheveux après le sport.  (Hij wast zelden zijn haar na het sporten.)
Jamais (Nooit)Ils se réveillent jamais en même temps.  (Ze worden nooit tegelijk wakker.)

Oefening 1: Les adverbes de fréquence: "Toujours, Jamais, Souvent, Rarement"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

souvent, jamais, rarement, toujours

1. A chaque fois:
Mes enfants mangent ... à la même heure.
(Mijn kinderen eten altijd op hetzelfde tijdstip.)
2. 0 fois:
Je vais ... au marché le lundi.
(Ik ga nooit op maandag naar de markt.)
3. Plusieurs fois:
Nous nous lavons ... après le sport.
(We wassen ons vaak na het sporten.)
4. Plusieurs fois:
Tu te réveilles ... avant le petit-déjeuner.
(Je wordt vaak wakker voor het ontbijt.)
5. 0 fois:
Je me réveille ... en retard.
(Ik word nooit te laat wakker.)
6. Très peu de fois:
Ils rentrent ... avant le dîner.
(Ze komen zelden voor het avondeten thuis.)
7. 0 fois:
Elle se couche ... tôt le dimanche.
(Ze gaat zondags nooit vroeg naar bed.)
8. Très peu de fois:
On rentre ... avant huit heures.
(We komen zelden voor acht uur thuis.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je me réveille ___ à 7 heures du matin.

(Ik word ___ om 7 uur 's ochtends wakker.)

2. Tu te douches ___ avant de prendre le petit-déjeuner.

(Je doucht ___ voordat je gaat ontbijten.)

3. Il ne se lave ___ après le déjeuner.

(Hij wast zich ___ na de lunch.)

4. Nous rangeons ___ notre chambre avant midi.

(Wij ruimen ___ onze kamer op voor de middag.)

5. Vous vous couchez ___ après 23 heures.

(Jullie gaan ___ na 23 uur naar bed.)

6. Ils se coiffent ___ avant de partir.

(Zij kammen zich ___ voor ze vertrekken.)

Les adverbes de fréquence in het Frans

In deze les leer je de Franse bijwoorden van frequentie die aangeven hoe vaak iets gebeurt. De belangrijkste bijwoorden die aan bod komen zijn: toujours (altijd), souvent (vaak), rarement (zelden) en jamais (nooit). Deze woorden helpen je om handelingen of gewoontes nauwkeuriger te beschrijven.

Waar staan de frequentiebijwoorden?

Een belangrijk aandachtspunt in deze les is de plaatsing van het bijwoord: het staat meestal direct achter het vervoegde werkwoord. Bijvoorbeeld: Je me couche toujours à 22h.

Voorbeelden van verwachte zinnen

  • Je me réveille toujours à 7 heures du matin.
  • Tu te douches souvent avant de prendre le petit-déjeuner.
  • Il ne se lave jamais après le déjeuner.
  • Nous rangeons rarement notre chambre avant midi.

Verschillen en handige tips voor Nederlandse sprekers

In het Nederlands staan frequentiebijwoorden vaak vóór het hele werkwoord of einde van de zin, bijvoorbeeld "Ik ga altijd vroeg slapen" versus het Frans waar het bijwoord direct na het vervoegde werkwoord komt. Ook bevatten sommige Franse zinnen een ontkenning met "ne ... jamais" voor "nooit", wat in het Nederlands vaak gewoon "nooit" is zonder extra ontkenning.

Handige Franse bijwoorden en hun Nederlandse equivalenten:
Toujours (altijd), souvent (vaak), rarement (zelden), jamais (nooit).

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Donia Ben Salem

Toegepaste vreemde talen

Université de Lorraine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

donderdag, 29/05/2025 15:35