Planowanie rodzinnej wycieczki do zoo uczy słownictwa związanego z organizacją wyjazdu, np. 'bilety' (tickets), 'zwierzęta' (animals), i czasowników jak 'będziemy' czy 'zobaczyć'. Nauczysz się też pytać o mapę zoo i godziny karmienia oraz poznasz nazwy znanych polskich ogrodów zoologicznych.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. W przyszły weekend ____ do zoo, aby zobaczyć różne zwierzęta.
(Volgend weekend ____ we naar de dierentuin om verschillende dieren te zien.)2. Na miejscu ____ spacerować po parku i oglądać zwierzęta w ich zagrodach.
(Ter plaatse ____ we wandelen in het park en de dieren in hun hokken bekijken.)3. Dzieci na pewno ____ się dobrze bawić podczas karmienia małp.
(De kinderen ____ zich zeker goed vermaken tijdens het voeden van de apen.)4. Po wycieczce ____ piknik na trawie i odpoczniemy razem.
(Na de excursie ____ we een picknick op het gras maken en samen uitrusten.)Oefening 3: Gezinsuitstapje naar de dierentuin
Instructie:
Werkwoordschema's
Planować - Plannen
Czas teraźniejszy
- ja planuję
- ty planujesz
- on/ona/ono planuje
- my planujemy
- wy planujecie
- oni/one planują
Kupować - Kopen
Czas teraźniejszy
- ja kupuję
- ty kupujesz
- on/ona/ono kupuje
- my kupujemy
- wy kupujecie
- oni/one kupują
Lubić - Houden
Czas teraźniejszy
- ja lubię
- ty lubisz
- on/ona/ono lubi
- my lubimy
- wy lubicie
- oni/one lubią
Być - Zijn
Czas przyszły prosty
- ja będę
- ty będziesz
- on/ona/ono będzie
- my będziemy
- wy będziecie
- oni/one będą
Oglądać - Bekijken
Czas teraźniejszy
- ja oglądam
- ty oglądasz
- on/ona/ono ogląda
- my oglądamy
- wy oglądacie
- oni/one oglądają
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Familie-uitje naar de dierentuin
Deze les richt zich op het plannen van een gezinsuitstapje naar de dierentuin. Je leert gesprekken voeren over het bepalen van de datum, de deelnemers en welke dieren je wilt zien. Daarnaast oefen je bij de ingang van de dierentuin dialogen over het kopen van tickets, het vragen om een plattegrond en het informeren naar voedertijden.
Wat leer je in deze les?
- Dialogen voor planning: Uitwisselingen waarin je samen met familie een uitstap plant, bijvoorbeeld: "Chciałbym wybrać się z rodziną do zoo w sobotę." (Ik zou zaterdag met mijn familie naar de dierentuin willen gaan.)
- Tickets en praktische info: Hoe koop je tickets en vraag je naar plattegronden en voedertijden, zoals in "Dzień dobry, poproszę dwa bilety wstępu." (Goedendag, ik wil graag twee toegangskaartjes.)
- Praat over Poolse dierentuinen: Leer interessante feiten en benoem bekende dierentuinen in Polen, zoals die in Warschau, Krakau en Wrocław.
- Werkwoordvervoegingen oefenen: Met multiplechoice-oefeningen rond de vervoeging van belangrijke werkwoorden als pojedziemy (we zullen gaan), będziemy (we zullen zijn) en zrobimy (we zullen doen).
- Korte verhaaltjes: Een familie bezoekt de dierentuin, met focus op werkwoorden in tegenwoordige en toekomende tijd, bijvoorbeeld: "Ja kupuję bilety przez internet." (Ik koop tickets via internet.)
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- wycieczka do zoo – uitstap naar de dierentuin
- bilet wstępu – toegangsbewijs / ticket
- karmienie zwierząt – dieren voeren
- mapa zoo – plattegrond van de dierentuin
- zwierzęta egzotyczne – exotische dieren
Verschillen tussen het Nederlands en Pools
In het Pools wordt vaak de toekomende tijd gevormd met het hulpwerkwoord będę (ik zal) gevolgd door het infinitief, wat verschilt van het Nederlands waar we vaak één werkwoord vervoegen. Bijvoorbeeld, Pools: "będziemy oglądać" betekent letterlijk "we zullen kijken", terwijl in het Nederlands gewoon "we zullen kijken" wordt gezegd, zonder een hulpwerkwoord en hele infinitief.
Sommige vaste uitdrukkingen verschillen ook, zoals karmienie zwierząt dat letterlijk "voeden van de dieren" betekent, terwijl we in het Nederlands meer zeggen "het voeren van dieren" of "dieren voeren".
Handige zinnen die je kunt gebruiken zijn bijvoorbeeld: Dzień dobry, poproszę dwa bilety. (Goedendag, ik wil graag twee kaartjes alstublieft.) of Może zobaczymy lwy i słonie. (Misschien zien we leeuwen en olifanten.)