Pedro y Eva discuten sobre quién debe sacar la basura y cómo reciclar correctamente en casa.

1. Pedro: ¿Has sacado la basura hoy? (Heb je vandaag het afval buitengezet?) Show
2. Ana: No, se me ha olvidado. ¿Puedes sacarla tú esta vez? (Nee, ik ben het vergeten. Kun jij het deze keer buitenzetten?) Show
3. Pedro: Ahora no puedo, estoy ocupada. Hoy te toca a ti. (Nu kan ik niet, ik ben bezig. Vandaag ben jij aan de beurt.) Show
4. Ana: Vale, pero ¿en qué contenedor va el plástico? (Oké, maar in welke container moet plastic?) Show
5. Pedro: El plástico va en el contenedor amarillo, y el papel en el azul. (Plastic gaat in de gele container, en papier in de blauwe.) Show
6. Ana: ¿Y el vidrio? No sé dónde debería ponerlo. (En glas? Ik weet niet waar ik dat moet doen.) Show
7. Pedro: El vidrio se tira en el contenedor verde, como siempre. (Glas gooi je in de groene container, zoals altijd.) Show
8. Ana: ¿Qué hacemos con los restos de comida? (Wat doen we met etensresten?) Show
9. Pedro: Los restos de comida van en el contenedor marrón, para materia orgánica. (Etensresten gaan in de bruine container, voor organisch materiaal.) Show
10. Ana: Voy a sacar todos los desperdicios ahora mismo. (Ik ga nu al het afval buitenzetten.) Show
11. Pedro: Recuerda cerrar bien las bolsas antes de sacarlas. (Vergeet niet de zakken goed dicht te knopen voordat je ze buitenzet.) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Quién saca la basura en la conversación?
  2. Wie zet het vuilnis buiten in het gesprek?
  3. ¿Dónde se debe tirar el vidrio?
  4. Waar moet je het glas weggooien?
  5. ¿Cómo se separa la basura en tu ciudad?
  6. Hoe wordt afval gescheiden in jouw stad?
  7. ¿Tienes normas de reciclaje en tu casa?
  8. Heb je regels voor recycling in je huis?