Leerá cómo usar el condicional posible en español para expresar resultados que podrían ocurrir si se cumple una condición, como en "Si tienes" y "podrías". Palabras clave incluyen: "constante" (standvastig), "paciente" (geduldig) y "ambicioso" (ambitieus).
- We gebruiken de condicional posible om uit te drukken wat er kan gebeuren na een voorwaarde of logische gevolgen van gewoonten of herhaalde handelingen.
- We gebruiken het ook om uit te drukken dat iemand iets kan bereiken als hij bepaalde kwaliteiten heeft of bepaalde eigenschappen ontwikkelt.
- We vormen het met een Si-voorwaardelijke zin (Si + werkwoord in de tegenwoordige tijd van de indicatief) en een gevolgzin (werkwoord in de tegenwoordige voorwaardelijke wijs).
| Regla | Ejemplo |
|---|---|
| Lo que podría ocurrir si se cumple una condición | Si tienes el hábito de practicar todos los días podrías lograr tus objetivos. (Als je de gewoonte hebt om elke dag te oefenen zou je je doelen kunnen bereiken.) |
| Consecuencias lógicas de acciones repetidas | Si eres constante y tienes disciplina podrías quedarte en la empresa muchos años. (Als je consequent bent en discipline hebt, zou je veel jaren in het bedrijf kunnen blijven.) |
| Lo que alguien podría lograr con ciertas cualidades | Si eres paciente y tienes sentido del humor serías una buena persona en el trabajo. (Als je geduldig bent en gevoel voor humor hebt, zou je een goed persoon zijn op het werk.) |
| Logros personales posibles con ciertos atributos | Si eres ambicioso lograrías grandes cosas. (Als je ambitieus bent, zou je grote dingen bereiken.) |
Oefening 1: Condicional posible(valor de presente)
Instructie: Vul het juiste woord in.
podrías, perderías, serías, saldrías, tendrías, resolverías
1.
Poder:
Si tienes el hábito de leer sobre temas nuevos ... estar informado siempre.
(Als je de gewoonte hebt om over nieuwe onderwerpen te lezen, zou je altijd geïnformeerd kunnen zijn.)
2.
Tener:
Si eres constante en tus entrenamientos ... una mejor salud.
(Als je consequent bent in je trainingen, zou je een betere gezondheid hebben.)
3.
Perder:
Si practicas hablar en público ... tu miedo.
(Als je oefent met spreken in het openbaar, zou je je angst verliezen.)
4.
Poder:
Si tienes disciplina y organizas tu tiempo ... quedarte en un proyecto por mucho tiempo.
(Als je discipline hebt en je tijd organiseert, zou je lang bij een project kunnen blijven.)
5.
Poder:
Si tienes sentido del humor y lo compartes ... crear un ambiente mucho más relajado en el trabajo.
(Als je gevoel voor humor hebt en het deelt, zou je een veel ontspannenere sfeer op het werk kunnen creëren.)
6.
Resolver:
Si eres paciente ... tus problemas fácilmente.
(Als je geduldiger was, zou je je problemen gemakkelijk oplossen.)
7.
Ser:
Si eres educado en las conversaciones ... apreciado por los demás.
(Als je beleefd bent in gesprekken, zou je door anderen gewaardeerd worden.)
8.
Salir:
Si tienes carácter ... de situaciones difíciles sin problemas.
(Als je karakter hebt, zou je zonder problemen uit lastige situaties komen.)