Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Deze les behandelt het gebruik van de eenvoudige toekomende tijd in het Spaans om waarschijnlijkheid uit te drukken, met nuttige uitdrukkingen zoals 'Suponer que', 'Probablemente' en 'Quizás', waarbij je leert hoe je aannames en vermoedens correct formuleert.
  1. Als de zin met een werkwoord begint, gebruikt men: werkwoord + "que" + (zelfstandig naamwoord) + futuro simple.
  2. Als de zin begint met een bijwoord, wordt gebruikt: bijwoord + (zelfstandig naamwoord) + futuro simple.
  3. Als de zin begint met een zelfstandig naamwoord, wordt gebruikt: zelfstandig naamwoord + futuro simple.
ReglaVerbo/AdverbioEjemplo
Comienzo con verboSuponerSupongo que ellos llegarán tarde. (Ik vermoed dat zij te laat zullen komen.)
Creer¿Crees que podrás adivinar mi secreto? (¿denk je dat je mijn geheim kunt raden?)
Comienzo con adverbioProbablementeProbablemente tendréis muchas dudas. (Waarschijnlijk zullen jullie veel twijfels hebben.)
A lo mejor A lo mejor el sospechoso estará cerca. (Misschien is de verdachte in de buurt.)
QuizásQuizás el secreto estará oculto para siempre. (Misschien zal het geheim voor altijd verborgen blijven.)
Tal vezTal vez la duda se resolverá mañana. (Misschien zal de twijfel morgen worden opgelost.)

Oefening 1: El futuro simple: expresar probabilidad

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

dudará, adivinaremos, dudaréis, adivinarás, supondré, estará, será

1.
Quizás vosotros ... de él, pero es un buen chico.
(Misschien zullen jullie aan hem twijfelen, maar hij is een goede jongen.)
2.
María cree que el sospechoso ... descubierto rápido.
(María gelooft dat de verdachte snel ontdekt zal worden.)
3.
Tal vez yo ... que la situación será más dudosa de lo que parece.
(Misschien zal ik aannemen dat de situatie twijfelachtiger zal zijn dan het lijkt.)
4.
A lo mejor Juan ... de ti, porque todo parece dudoso.
(Misschien zal Juan aan je twijfelen, omdat alles twijfelachtig lijkt.)
5.
Suponen que la duda ... difícil de entender.
(Ze nemen aan dat de twijfel moeilijk te begrijpen zal zijn.)
6.
Nosotros no ... el secreto de Juan.
(Wij zullen het geheim van Juan niet raden.)
7.
Ana, probablemente ... quién es el sospechoso.
(Ana, je raadt waarschijnlijk wie de verdachte is.)
8.
¿Crees que el secreto ... bien oculto para siempre?
(Denk je dat het geheim voor altijd goed verborgen zal blijven?)

El futuro simple: Uitdrukken van waarschijnlijkheid

In deze les leer je hoe je het futuro simple in het Spaans gebruikt om niet alleen gebeurtenissen in de toekomst te beschrijven, maar ook om aan te geven dat je iets waarschijnlijk vindt of aanneemt in het heden. Het is een belangrijk aspect dat je helpt om je mening en gissingen over situaties die onzeker zijn, duidelijk te maken.

Gebruik en Structuur

Er zijn drie manieren om zinnen te beginnen waarin je waarschijnlijkheid uitdrukt met het futuro simple:

  • Begin met een werkwoord: Hierbij gebruik je bijvoorbeeld „suponer” (veronderstellen) of „creer” (geloven) gevolgd door „que” en dan een werkwoord in de futuro simple.
  • Begin met een bijwoord: Veelgebruikte bijwoorden zijn „probablemente”, „a lo mejor”, „quizás” en „tal vez”, gevolgd door een werkwoord in futuro simple.
  • Begin met een zelfstandig naamwoord: Dit zie je minder vaak, maar ook dan volgt het werkwoord in futuro simple.

Belangrijke voorbeelden

  • Supongo que ellos llegarán tarde.
  • ¿Crees que podrás adivinar mi secreto?
  • Probablemente tendréis muchas dudas.
  • A lo mejor el sospechoso estará cerca.
  • Quizás el secreto estará oculto para siempre.
  • Tal vez la duda se resolverá mañana.

Belangrijke aandachtspunten voor Nederlandse sprekers

In het Nederlands gebruiken we vaak mogelijk, waarschijnlijk, misschien om twijfel of aannames uit te drukken, vaak zonder een specifieke werkwoordsvorm te veranderen. Het Spaans daarentegen combineert deze woorden met het futuro simple om die zekerheid of onzekerheid uit te drukken. Dit is een opvallend verschil dat je goed kunt benutten om je Spaans natuurlijker te laten klinken.

Enkele handige Spaanse uitdrukkingen die je kunt leren:

  • Supongo que... – Ik neem aan dat...
  • Probablemente... – Waarschijnlijk...
  • A lo mejor... – Misschien...
  • Quizás / Tal vez... – Misschien...

Let op dat de werkwoordsvorm achter deze uitdrukkingen in het futuro simple staat, wat betekent dat het werkwoord aangepast wordt om de toekomst of waarschijnlijkheid aan te duiden.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage