Leer cómo usar los verbos de opinión en español: creer, pensar, opinar y parecer, tanto en indicativo para certezas como en subjuntivo para dudas, con ejemplos prácticos.
  1. Creer, pensar, opinar, parecer worden gebruikt in de indicatief wanneer de mening zeker is.
  2. Creer, pensar, opinar, parecer worden in de conjunctief gebruikt wanneer ze twijfel uitdrukken.
  3. De versterkers absoluut en totaal worden gebruikt om een mening in de indicatief en de conjunctief te versterken.
VerbosTiempoEjemplo
Creer, pensar, opinar, parecerIndicativoCreo que el fisio me ayudará a mejorar el dolor en la espalda. (Ik geloof dat de fysio me zal helpen de pijn in mijn rug te verbeteren.)
SubjuntivoNo creo que el cirujano haya recibido los resultados. (Ik denk niet dat de chirurg de resultaten heeft ontvangen.)

Uitzonderingen!

  1. Creer, opinar en pensar zijn subjuntivos wanneer ze met negatie worden gebruikt.

Oefening 1: Los verbos de opinión: creer, pensar, ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

sea, tenga, esté, tiene, puede, haya, hizo

1. Opinar:
Opino que la clínica ... un ambiente muy profesional.
(Ik vind dat de kliniek een zeer professionele sfeer heeft.)
2. Pensar:
Pienso que no ... disponible el fisio hoy, ya que está muy ocupado.
(Ik denk dat de fysiotherapeut vandaag niet beschikbaar is, omdat hij het erg druk heeft.)
3. Creer:
Creo que el dentista ... resolver el problema con mis dientes.
(Ik denk dat de tandarts het probleem met mijn tanden kan oplossen.)
4. Parecer:
Me parece que el cirujano no ... revisado todos los informes médicos.
(Het lijkt mij dat de chirurg niet alle medische rapporten heeft bekeken.)
5. Parecer:
Me parece que el especialista ... una reputación excelente en este campo.
(Ik denk dat de specialist een uitstekende reputatie heeft op dit gebied.)
6. Opinar:
Opino totalmente que el médico de guardia ... bien en enviarme a urgencias.
(Ik ben er volledig van overtuigd dat de dienstdoende arts het goed deed door mij naar de spoedeisende hulp te verwijzen.)
7. Opinar:
No opino que el ginecólogo ... la mejor opción para mi tratamiento.
(Ik ben niet van mening dat de gynaecoloog de beste optie is voor mijn behandeling.)
8. Creer:
No creo absolutamente que el médico de guardia ... la experiencia suficiente para tratar este caso.
(Ik geloof absoluut niet dat de dienstdoende arts voldoende ervaring heeft om deze zaak te behandelen.)

Los verbos de opinión: creer, pensar en het Spaans

In deze les leer je hoe je Spaanse werkwoorden gebruikt die je mening of overtuiging uitdrukken, zoals creer, pensar, opinar en parecer. Deze werkwoorden zijn essentieel om gedachten en oordelen duidelijk te maken in het Spaans.

Gebruik van de werkwoorden

Deze werkwoorden kun je in twee verschillende wijzen gebruiken: de indicativo en de subjuntivo. Ze veranderen van vorm afhankelijk van de zekerheid of twijfel in de uitspraak.

  • Indicativo: Wordt gebruikt wanneer je een zekere of zekere mening uitdrukt.
    Voorbeeld: Creo que el fisio me ayudará a mejorar el dolor en la espalda.
  • Subjuntivo: Wordt gebruikt bij twijfel of onzekerheid, of als de mening ontkend wordt.
    Voorbeeld: No creo que el cirujano haya recibido los resultados.

Versterking van meningen

De bijwoorden absolutamente en totalmente kunnen worden toegevoegd om je mening nog sterker te maken, zowel in de indicativo als de subjuntivo.

Belangrijke aandachtspunten

  • Creer, opinar en pensar worden in de subjuntivo gebruikt als ze ontkennend zijn. Dit geeft twijfel aan.
  • Deze werkwoorden helpen je om nuanceren aan te brengen in gesprekken door verschil aan te geven tussen zekerheid en twijfel.

Verschillen tussen Nederlands en Spaans

In het Nederlands gebruik je meestal dezelfde vorm voor het uitdrukken van zekerheid of twijfel, vaak met toevoeging van woorden zoals "denken" of "menen". In het Spaans verandert echter de werkwoordswijze tussen indicativo en subjuntivo, wat nauwkeuriger het niveau van zekerheid aangeeft.

Enkele nuttige Nederlandse uitdrukkingen en hun Spaanse tegenhangers:

  • Ik denk dat... – Creo que...
  • Ik geloof dat... – Pienso que...
  • Ik ben het ermee eens – Opino que...
  • Het lijkt mij – Parece que...

Let op dat in het Spaans, bij twijfel of ontkenning, de werkwoordsvorm verandert, wat een subtieler onderscheid geeft dan in het Nederlands.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

vrijdag, 18/07/2025 18:14