Oefening 1: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Historia sobre Laura, una atleta disciplinada que tiene buenos hábitos de deporte.

Verhaal over Laura, een gedisciplineerde atleet die goede sportgewoonten heeft.
Cada día, Laura sigue una rutina para mejorar como deportista. (Elke dag volgt Laura een routine om zich als sporter te verbeteren.)
Si tiene que levantarse temprano, lo hace con disciplina. (Als ze vroeg moet opstaan, doet ze dat met discipline.)
Cuando corre, es constante y tiene ganas de mejorar, aunque esté cansada. (Wanneer ze hardloopt, is ze constant en wil ze verbeteren, ook al is ze moe.)
Es paciente y repite cada ejercicio hasta hacerlo bien. (Ze is geduldig en herhaalt elke oefening tot het goed is.)
Laura sabe que, si tiene fuerza de voluntad, entrenará mejor. (Laura weet dat ze, als ze wilskracht heeft, beter zal trainen.)
Además, siempre mantiene buen humor aunque los entrenamientos sean duros. (Bovendien blijft ze altijd goed gehumeurd, ook al zijn de trainingen zwaar.)
Si mantiene estos hábitos, cada día es una oportunidad para avanzar. (Als ze deze gewoonten behoudt, is elke dag een kans om vooruit te komen.)
Al final del día, se siente satisfecha por esforzarse y seguir sus metas. (Aan het einde van de dag voelt ze zich tevreden omdat ze zich inspant en haar doelen volgt.)
Laura sabe que si mantiene su motivación, conseguirá sus objetivos. (Laura weet dat als ze haar motivatie behoudt, ze haar doelen zal bereiken.)
Por eso, quiere ser constante para preparar su futuro como atleta. (Daarom wil ze consequent zijn om haar toekomst als atleet voor te bereiden.)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Qué hábito demuestra Laura cuando se levanta temprano para entrenar?

(Welke gewoonte toont Laura wanneer ze vroeg opstaat om te trainen?)

2. ¿Por qué Laura practica cada movimiento hasta conseguir hacerlo perfectamente?

(Waarom oefent Laura elke beweging tot ze het perfect kan doen?)

3. ¿Cómo se siente Laura al final del día después de sus entrenamientos?

(Hoe voelt Laura zich aan het einde van de dag na haar trainingen?)

4. ¿Cuál es el principal objetivo de Laura al mantener sus hábitos?

(Wat is Laura's belangrijkste doel bij het handhaven van haar gewoonten?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué hábito de Laura crees que es más importante para lograr sus objetivos y por qué?
  2. Welk gewoonte van Laura vind je het belangrijkste om haar doelen te bereiken en waarom?
  3. ¿Cómo puede ayudar el sentido del humor en los momentos difíciles del entrenamiento?
  4. Hoe kan gevoel voor humor helpen in moeilijke momenten tijdens de training?
  5. Describe un hábito positivo que practiques para mejorar en tu trabajo o deporte.
  6. Beschrijf een positieve gewoonte die je oefent om beter te worden in je werk of sport.
  7. ¿Por qué es importante ser paciente y constante al aprender algo nuevo?
  8. Waarom is het belangrijk om geduldig en consistent te zijn bij het leren van iets nieuws?