Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten
Diese Lektion erklärt die Verwendung des bijvoeglijk naamwoord (Adjektivs) mit oder ohne -e, z. B. in "de grote hond" und "een dik boek", und zeigt, wann das Adjektiv endet mit -e oder nicht.
- Adjektive stehen oft vor dem Substantiv.
- Das Adjektiv erhält meistens ein -e.
Woordeinde (Wortende) | Voorbeeld (Beispiel) | ||
---|---|---|---|
+e | Enkelvoud (Singular) | de het | de grote hond (der große Hund) het dikke boek (das dicke Buch) |
Meervoud (Plural) | de | de mooie huizen (die schönen Häuser) | |
Met 'een' | de-woorden | een grote hond (ein großer Hund) | |
deze, dit, die, dat + bijvoeglijk naamwoord | deze grote auto (dieses große Auto) dit schattige kind (dieses niedliche Kind) dat leuke boek (das nette Buch) | ||
bezittelijk voornaamwoord + bijvoeglijk naamwoord | mijn nieuwe auto (mein neues Auto) jouw oude huis (dein altes Haus) onze mooie auto (unser schönes Auto) | ||
- | Met 'een' | het-woorden | een dik boek (ein dickes Buch) |
Zijn + worden | Hij wordt groot. (Er wird groß.) Ik ben erg ziek. (Ich bin sehr krank.) | ||
Een zelfstandig bijvoeglijk naamwoord na "wat" | Wat lief van je! (Wie lieb von dir!) Wat goed! (Wie gut!) |
Übung 1: Bijvoeglijk naamwoord met of zonder -e
Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.
duurzaam, grote, elektrische, aardig, lange, mooi, gevaarlijke, favoriete
Übung 2: Mehrfachauswahl
Anleitung: Wähle den korrekten Satz mit der richtigen Verwendung des Adjektivs mit oder ohne -e, passend zum Kontext des täglichen Verkehrs.