10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben
Herken deze woorden in de video: team, samenwerken, vertrouwen, feedback, fout, communicatie, betrokken, verantwoordelijkheid, resultaat, teamtraining.
Erkenne diese Wörter im Video: Team, Zusammenarbeit, Vertrauen, Feedback, Fehler, Kommunikation, beteiligt, Verantwortung, Ergebnis, Teamtraining.

Übung 1: Video

Anleitung: Schaue das Video an und besprich mit deinem Lehrer, was du verstanden hast.

Übung 2: Text

Anleitung: 1. Lesen Sie den Text zu zweit. 2. Lernen Sie die Phrasen, indem Sie die Übersetzung abdecken.

Ontdek hoe je de basis legt voor een goed team.

Entdecken Sie, wie Sie die Grundlage für ein gutes Team legen.
Hoe een team ontwikkelen (Wie man ein Team entwickelt)
Een goed team is belangrijk voor succes. (Ein gutes Team ist wichtig für den Erfolg.)
Allereerst is het belangrijk dat iedereen elkaar leert kennen. (Zunächst ist es wichtig, dass sich alle kennenlernen.)
Dat kan tijdens een kennismakingsgesprek of een activiteit buiten het werk. (Das kann während eines Kennenlerngesprächs oder einer Aktivität außerhalb der Arbeit geschehen.)
Daarnaast moet het team goede afspraken maken. (Außerdem muss das Team gute Vereinbarungen treffen.)
Deze afspraken vertellen hoe iedereen samenwerkt. (Diese Vereinbarungen erklären, wie alle zusammenarbeiten.)
Bijvoorbeeld: we helpen elkaar en luisteren naar elkaar. (Beispielsweise: Wir helfen uns gegenseitig und hören einander zu.)
Ook is het belangrijk dat iedereen zijn taken kent. (Es ist auch wichtig, dass jeder seine Aufgaben kennt.)
Zo weet iedereen wat hij of zij moet doen. (So weiß jeder, was er oder sie tun muss.)
Goede communicatie is ook nodig. (Gute Kommunikation ist ebenfalls notwendig.)
Praat regelmatig met elkaar en bespreek problemen op tijd. (Sprecht regelmäßig miteinander und besprecht Probleme rechtzeitig.)
Verder is vertrouwen tussen teamleden heel belangrijk. (Außerdem ist Vertrauen zwischen den Teammitgliedern sehr wichtig.)
Als mensen elkaar vertrouwen, werken ze beter samen. (Wenn die Menschen einander vertrauen, arbeiten sie besser zusammen.)
Tot slot kunnen teamleden elkaar helpen met ideeën en oplossingen. (Zum Schluss können die Teammitglieder sich gegenseitig bei Ideen und Lösungen helfen.)
Zo groeit het team en bereikt het goede resultaten. (So wächst das Team und erzielt gute Ergebnisse.)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Wat is volgens de tekst de eerste stap voor een goed werkend team?

(Was ist laut dem Text der erste Schritt für ein gut funktionierendes Team?)

2. Wanneer durven teamleden in een team fouten te bespreken?

(Wann trauen sich Teammitglieder in einem Team, Fehler zu besprechen?)

3. Wat doen teamleden in de fase van betrokkenheid?

(Was machen Teammitglieder in der Phase der Einbindung?)

4. Hoe werkt een team volgens de laatste fase in de tekst?

(Wie funktioniert ein Team laut der letzten Phase im Text?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Besprechen Sie die folgenden Fragen mit Ihrem Lehrer unter Verwendung des Vokabulars aus dieser Lektion und schreiben Sie Ihre Antworten auf.

  1. Waarom is vertrouwen belangrijk in een team?
    2. Warum ist Vertrauen in einem Team wichtig?
  2. Hoe geef jij feedback aan je collega’s?
    3. Wie gibst du deinen Kollegen Feedback?
  3. Welke rol speelt communicatie in een goed team?
    4. Welche Rolle spielt Kommunikation in einem guten Team?
  4. Wat doe jij om goed samen te werken met collega’s op het werk?
    5. Was machst du, um gut mit Kollegen bei der Arbeit zusammenzuarbeiten?