Ontdek de onvoltooid verleden tijd van onregelmatige werkwoorden zoals zijn (was), gaan (ging) en doen (deed) en leer hoe je deze klankveranderingen correct gebruikt in dagelijkse gesprekken.
- Some common verbs have an irregular form in the onvoltooid verleden tijd.
- These verbs do not follow fixed regular patterns like most verbs with -de/-te in the past tense.
Infinitief | Verleden tijd | Infinitief (Infinitive) | Verleden tijd (past tense) |
---|---|---|---|
zijn (to be) | was, waren | kunnen (can) | kon, konden |
hebben (to have) | had, hadden | moeten (must) | moest, moesten |
doen (do) | deed, deden | mogen (may) | mocht, mochten |
gaan (to go) | ging, gingen | brengen (to bring) | bracht, brachten |
zien (see) | zag, zagen | kopen (to buy) | kocht, kochten |
zeggen (say) | zei, zeiden | zoeken (search) | zocht, zochten |
vragen (to ask) | vroeg, vroegen | staan (stand) | stond, stonden |
denken (to think) | dacht, dachten | zullen (shall) | zou, zouden |
Exercise 1: Onvoltooid verleden tijd: onregelmatige werkwoorden
Instruction: Fill in the correct word.
hadden, dacht, was, vroeg, gingen, zouden, deed
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Choose the correct sentence in the simple past tense (ovt) with irregular verbs, as used in daily conversations about school and work.