Exercise 1: Word bingo
Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.
Word | Translation |
---|---|
De modderige bodem | The muddy bottom |
De Waddenzee | The Wadden Sea |
Vies | Dirty |
Heel druk | Very busy |
Het wad | The mudflat |
De mooie omgeving | The beautiful surroundings |
De modder | The mud |
Een vrij gevoel | A free feeling |
Exercise 2: Text
Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.
Nederland heeft dan wel geen bergen, we hebben wel de mooiste eilanden! En... modder!
Met wadlopen maak je een wandeling over de bodem van de Waddenzee. Dat kan best gevaarlijk zijn. | (With mudflat hiking, you take a walk on the bottom of the Wadden Sea. That can be quite dangerous.) |
De gids vertelt wat ze gaan doen en waar ze lopen. | (The guide explains what they are going to do and where they will walk.) |
Ze lopen over modder en zand, omdat het eb is en het water laag staat. | (They walk over mud and sand, because it is low tide and the water level is low.) |
Als het water weer stijgt, moeten ze terug zijn. | (When the water rises again, they must be back.) |
Je moet goed opletten waar je loopt, want de grond is zacht. | (You have to pay close attention to where you walk, because the ground is soft.) |
Sommige mensen zakken weg in de modder. | (Some people sink into the mud.) |
Het is een beetje zwaar, maar ook leuk en een beetje vies. | (It is a bit hard, but also fun and a little dirty.) |
De kinderen zijn op vakantie in Nederland, lekker dicht bij huis. | (The children are on holiday in the Netherlands, nice and close to home.) |
Door corona konden ze niet naar het buitenland. | (Because of corona, they could not go abroad.) |
Ze vinden het fijn om in de natuur te zijn en om nieuwe plekken te zien. | (They like to be in nature and to see new places.) |
De omgeving is mooi, soms kun je zelfs naar een eiland lopen. | (The surroundings are beautiful, sometimes you can even walk to an island.) |
Het voelt vrij en rustig, zeggen de kinderen. | (It feels free and peaceful, say the children.) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Waar gaat de groep wandelen volgens de tekst?
(Where is the group walking according to the text?)2. Op welke ondergrond loopt de groep tijdens het wadlopen?
(On what surface does the group walk during mudflat hiking?)3. Waarom zijn de kinderen op vakantie in Nederland?
(Why are the children on vacation in the Netherlands?)4. Wat vinden de kinderen leuk aan de wadloopwandeling?
(What do the children like about the mudflat hike?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.
- Wat is wadlopen en waarom kan het gevaarlijk zijn?
- Waarom genieten de kinderen van de natuur tijdens hun vakantie?
- Welke boerderijdieren ken je en welke zou je graag ontmoeten?
- Wat vind jij belangrijk als je gaat wandelen op het platteland?
Exercise 5: Practice in context
Instruction: Wadlopen kun je doen in de waddenzee bij Pieterburen! Bezoek de website en vertel wat je moet doen als je een zeehond ziet.