This lesson teaches Dutch compound nouns, explaining how two or more nouns are combined with or without linking letters -s or -en. It includes examples like de boerderijdeur, het dorpsplein, and het hondenhok, focusing on spelling rules and usage suitable for A2 learners. Indefinite numerals such as veel and een paar are also covered for correct agreement.
- A compound noun is a noun that consists of two or more parts.
- Sometimes an -s comes in between, as in dorpsschool.
- Sometimes an -en comes in between, as in woordenboek.
Samenstellingstype (Type of compound) | Individuele woorden (Individual words) | Nieuwe samenstelling (New compound) |
---|---|---|
Zonder tussenvoegsel (Without infix) | de boerderij + de deur de deur + de bel | de boerderijdeur (the farm door) de deurbel (the doorbell) |
-s tussen de delen (-s between the parts) | het dorp + het plein het varken + de stal | het dorpsplein (the village square) de varkensstal (the pigsty) |
-en tussen de delen (-s between the parts) | de hond + het hok het paard + de wei | het hondenhok (the dog's kennel) de paardenwei (the horse pasture) |
Exercise 1: Samengestelde zelfstandige naamwoorden
Instruction: Fill in the correct word.
plattelandsdorp, boerderijdeur, kippenstal, plattelandshuis, geitenstal, varkensvoer
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Choose the correct sentence with correct compound nouns or indefinite numerals. Pay close attention to common mistakes!