Visit the countryside
Bezoek het platteland
- Talk about the village and the countryside.
- Learn the names of the farm animals.
- Learn about the most known rural regions of your host country.
- Compound nouns
- Indefinite numerals (veel, weinig, wat, ...)
This Dutch lesson focuses on visiting the countryside, teaching compound nouns, indefinite numerals, and the future tense using 'zullen'. It includes dialogues about village life and farms, practical vocabulary for rural settings, and grammar exercises to help learners speak confidently about nature, animals, and local Dutch regions.
Vocabulary (15) Share Copied!
Exercises Share Copied!
These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.
Exercise 1: Translate and use in a sentence
Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.
1
De molen
The mill
2
Voeden
To feed
3
De schuur
The barn
4
De boer
The farmer
5
Het varken
The pig
Oefening 2: Conversation exercise
Instructie:
- Where did you grow up? On the countryside or in the city? (Where did you grow up? On the countryside or in the city?)
- Did you have to care for animals? Farm animals or pets? (Did you have to care for animals? Farm animals or pets?)
- What do you think of the bull fighting in Spain? (What do you think of the bull fighting in Spain?)
Teaching guidelines +/- 10 minutes
Example phrases:
|
Ik ben opgegroeid op het platteland. I grew up on the countryside. |
|
Mijn familie heeft een boerderij, dus ik hielp veel met de verzorging van de varkens, koeien en kippen. My family has a farm so I helped a lot to care for the pigs, cows and chicken. |
|
Ik ben opgegroeid in een kleine stad. Mijn familie had een hond. Ik hielp om voor hem te zorgen. I grew up in a small city. My family had a dog. I helped to care for him. |
|
Ik ben opgegroeid in Berlijn, de hoofdstad van Duitsland. We hadden maar een klein appartement, dus hadden we nooit een huisdier. I grew up in Berlin, the capital of Germany. We only had a small apartment so we never had a pet. |
|
Ik denk dat stierenvechten een belangrijke traditie in Spanje is en ik wil graag een gevecht zien. I think the bull fighting is an important tradition in Spain and I want to see a fight. |
|
Het stierenvechten in Spanje is wreed. Die traditie moet snel eindigen om de stieren te beschermen. The bull fighting in Spain is cruel. That tradition has to end soon to protect the bulls. |
| ... |
Exercise 3: Dialogue Cards
Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.
Exercise 4: Multiple Choice
Instruction: Choose the correct solution
1. Volgende week _____ ik het platteland ontdekken tijdens een wandeling.
(Next week _____ I will discover the countryside during a walk.)2. We gaan morgen genoeg voedsel voor de varkens _____ .
(Tomorrow we will _____ enough food to the pigs.)3. Als het mooi weer is, _____ we de geiten in de wei voeden.
(If the weather is nice, _____ we will feed the goats in the meadow.)4. Morgen _____ we het dorp en de molen ontdekken.
(Tomorrow _____ we will discover the village and the mill.)Exercise 5: Visit the countryside
Instruction:
Verb Tables
Zullen - Will
Onvoltooid toekomende tijd
- ik zal
- jij zult
- hij/zij/het zal
- wij zullen
- jullie zullen
- zij zullen
Ontdekken - Discover
Onvoltooid toekomende tijd
- ik zal ontdekken
- jij zult ontdekken
- hij/zij/het zal ontdekken
- wij zullen ontdekken
- jullie zullen ontdekken
- zij zullen ontdekken
Voeden - Feed
Onvoltooid toekomende tijd
- ik zal voeden
- jij zult voeden
- hij/zij/het zal voeden
- wij zullen voeden
- jullie zullen voeden
- zij zullen voeden
Bezoeken - Visit
Onvoltooid toekomende tijd
- ik zal bezoeken
- jij zult bezoeken
- hij/zij/het zal bezoeken
- wij zullen bezoeken
- jullie zullen bezoeken
- zij zullen bezoeken
Zijn - Be
Onvoltooid toekomende tijd
- ik zal zijn
- jij zult zijn
- hij/zij/het zal zijn
- wij zullen zijn
- jullie zullen zijn
- zij zullen zijn
Exercise 6: Samengestelde zelfstandige naamwoorden
Instruction: Fill in the correct word.
Grammar: Compound nouns
Show translation Show answersplattelandsdorp, boerderijdeur, kippenstal, plattelandshuis, geitenstal, varkensvoer
Exercise 7: Onbepaalde telwoorden (veel, weinig, wat)
Instruction: Fill in the correct word.
Grammar: Indefinite numerals (veel, weinig, wat, ...)
Show translation Show answersveel, weinig, wat, Sommigen, geen, genoeg, een paar
Grammar Share Copied!
It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!
A2.18.2 Grammatica
Onbepaalde telwoorden (veel, weinig, wat)
Indefinite numerals (veel, weinig, wat, ...)
Verb conjugation tables for this lesson Share Copied!
Ontdekken to discover Share Copied!
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
| Dutch | English |
|---|---|
| (ik) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben | I will have discovered |
| (jij) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben | You will have discovered / you will have discovered |
| (hij/zij/het) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben | he/she/it will have discovered |
| (wij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben | we will have discovered / we will have discovered |
| (jullie) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben | you will have discovered |
| (zij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben | they will have discovered |
Voeden to feed Share Copied!
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
| Dutch | English |
|---|---|
| (ik) zal gevoed hebben | I will have fed |
| (jij) zal/zult gevoed hebben | You will have fed |
| (hij/zij/het) zal gevoed hebben | he/she/it will have fed |
| (wij) zullen gevoed hebben | we will have fed |
| (jullie) zullen gevoed hebben | you will have fed |
| (zij) zullen gevoed hebben | They will have fed |
Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!
Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.
Visit the Countryside: Learning Dutch Through Everyday Experiences
This lesson explores practical Dutch vocabulary and grammar centered around visiting and talking about the countryside. You will learn about compound nouns (samengestelde zelfstandige naamwoorden) and indefinite numerals such as veel (many), weinig (few), and wat (some), which are commonly used to describe quantities in everyday Dutch.
Conversational Practice
Engage in dialogues that simulate real-life situations, such as conversations at a village school or visits to a pigsty. These exercises emphasize common phrases and questions about rural life and animals, helping you practice listening and speaking skills in a natural context.
Vocabulary Highlights
- Boerderij (farm)
- Dorpsschool (village school)
- Varkensstal (pigsty)
- Platteland (countryside)
- Voeden (to feed)
Grammar Focus: Onvoltooid Toekomende Tijd (Future Tense)
The lesson introduces the use of the auxiliary verb zullen in forming the simple future tense, with helpful conjugation tables for verbs like ontdekken (to discover) and bezoeken (to visit). Practical exercises include filling in blanks and multiple-choice questions to reinforce your understanding.
Regional Differences and Usage
Note the contrast between English and Dutch when expressing future intentions. Dutch explicitly uses zullen combined with infinitives to denote future actions. Also, the lesson guides you through talking about Dutch countryside features like the Veluwe, Flevoland polders, and typical village life, deepening your cultural insight as well as your linguistic skills.
Useful phrases:
"Ik zal het platteland ontdekken" (I will discover the countryside), "Hoeveel varkens zijn er?" (How many pigs are there?), and "Woon jij ook in ons dorp?" (Do you also live in our village?). These will help you engage more confidently in everyday Dutch conversations about rural topics.
These lessons would not be possible without our amazing partners🙏
