Herken de woorden in de video: vrijheid, ondernemer, bedrijf, belasting, administratie, boekhouding, verantwoordelijkheid, marketing, concurrentie.
liberté, entrepreneur, entreprise, impôt, administration, comptabilité, responsabilité, marketing, concurrence

Exercice 1: Vidéo

Instruction: Regardez la vidéo et discutez de ce que vous comprenez avec votre professeur.

Exercice 2: Texte

Instruction: 1. Lisez le texte en binômes. 2. Mémorisez les phrases en couvrant la traduction.

Tips van twee ervaren ondernemers.

Conseils de deux entrepreneurs expérimentés.
Sam en Moniek zijn allebei zelfstandige ondernemers. (Sam et Moniek sont tous deux des entrepreneurs indépendants.)
Ze hebben allebei een eigen bedrijf en werken zonder personeel (ZZP'er). (Ils ont chacun leur propre entreprise et travaillent sans personnel (indépendant).)
Moniek is coach en helpt bedrijven om beter samen te werken. (Moniek est coach et aide les entreprises à mieux collaborer.)
Ze is ondernemer geworden omdat ze graag haar eigen tijd wil indelen. (Elle est devenue entrepreneure parce qu'elle aime organiser son propre temps.)
Sam heeft een bakkerij waar hij biologische broden verkoopt. (Sam a une boulangerie où il vend des pains biologiques.)
Hij vindt het leuk dat klanten blij zijn met zijn brood. (Il aime que les clients soient heureux de son pain.)
Ook is het voor hem belangrijk om genoeg winst te maken. (Il est également important pour lui de réaliser suffisamment de bénéfices.)
Daarom kijkt Sam naar de prijzen van andere bakkers in de buurt. (C'est pourquoi Sam regarde les prix des autres boulangers du quartier.)
Moniek vindt het fijn dat ze zelf kan bepalen met wie ze werkt. (Moniek aime pouvoir choisir avec qui elle travaille.)
Ze heeft een overzicht gemaakt voor haar administratie en boekhouding. (Elle a fait un aperçu pour sa comptabilité et sa gestion administrative.)
Zelf regelt ze haar belasting, verzekering en marketing. (Elle gère elle-même ses impôts, son assurance et son marketing.)
Moniek moet ook zelf zorgen voor haar pensioen. (Moniek doit aussi s'occuper elle-même de sa retraite.)
Klanten vinden is soms lastig, maar een goed netwerk helpt daarbij. (Trouver des clients est parfois difficile, mais un bon réseau aide à cela.)
Vaak vindt ze klanten via LinkedIn. (Souvent, elle trouve des clients via LinkedIn.)
Haar belangrijkste tip is: je hoeft niet alles te weten, maar begin gewoon! (Son conseil principal est : vous n'avez pas besoin de tout savoir, mais commencez simplement !)

Exercice 3: Questions sur le texte

Instruction: Lisez le texte ci-dessus et choisissez la bonne réponse.

1. Waarom is Moniek ondernemer geworden?

(Pourquoi Moniek est-elle devenue entrepreneure ?)

2. Wat verkoopt Sam in zijn bedrijf?

(Que vend Sam dans son entreprise ?)

3. Wat regelt Moniek zelf voor haar bedrijf?

(Qu'est-ce que Moniek organise elle-même pour son entreprise ?)

4. Hoe vindt Moniek meestal haar klanten?

(Comment Moniek trouve-t-elle généralement ses clients ?)

Exercice 4: Questions pour commencer la conversation

Instruction: Discutez des questions suivantes avec votre professeur en utilisant le vocabulaire de cette leçon, et notez vos réponses.

  1. Waarom vindt Moniek het prettig om zelf te bepalen met wie ze werkt als ondernemer?
  2. Pourquoi Moniek trouve-t-elle agréable de pouvoir choisir avec qui elle travaille en tant qu'entrepreneure ?
  3. Wat doet Sam om ervoor te zorgen dat klanten blij zijn met zijn biologische brood?
  4. Qu'est-ce que Sam fait pour s'assurer que ses clients sont contents de son pain biologique ?
  5. Welke administratieve taken moet je regelen als je een eenmanszaak zonder personeel hebt?
  6. Quelles tâches administratives devez-vous gérer si vous avez une entreprise individuelle sans personnel ?
  7. Wat zijn volgens jou de voordelen en de moeilijkheden van het starten van een eigen bedrijf?
  8. Quels sont, selon vous, les avantages et les difficultés de créer votre propre entreprise ?