Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
die Kartoffeln | de aardappelen |
die Zwiebel | de ui |
etwas Essig | wat azijn |
Rinderbrühe oder Gemüsebrühe | runderbouillon of groentebouillon |
eine Prise Salz | een snufje zout |
ein bisschen Pfeffer | een beetje peper |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Hier ist das Rezept für Kartoffelsalat:
Kartoffelsalat RezeptIn diesem Text lernst du, wie man einen einfachen Kartoffelsalat zubereitet. Zutaten:
Schritte:
Tipps:
|
Aardappelsalade receptIn deze tekst leer je hoe je een eenvoudige aardappelsalade bereidt. Ingrediënten:
Stappen:
Tips:
|
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Welche Kartoffelsorte braucht man für den Kartoffelsalat?
(Welke aardappelsoort heb je nodig voor de Kartoffelsalat?)2. Welche Brühe kann man für das Rezept verwenden?
(Welke bouillon kun je gebruiken voor het recept?)3. Was gibt man zum Schluss zum Kartoffelsalat dazu?
(Wat doe je als laatste bij de Kartoffelsalat?)4. Warum soll man die Kartoffeln warm verwenden?
(Waarom moet je de aardappelen warm gebruiken?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Welche Zutaten brauchst du für Kartoffelsalat?
- Wie bereitest du die Kartoffeln für den Salat vor?
- Welche Gewürze verwendest du gern in deinem Salat?
- Erzähle von einem einfachen Gericht, das du oft kochst oder zubereitest.