Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
un temps très calme | heel kalm weer |
de la brume | mist |
du brouillard | nevel |
quelques nuages | enkele wolken |
le soleil | de zon |
un ciel partagé entre des nuages | een lucht gedeeld tussen wolken |
quelques averses | enkele buien |
les températures du matin | de ochtentemperaturen |
entre cinq et dix degrés en moyenne | gemiddeld tussen vijf en tien graden |
autour de dix-neuf à vingt-trois degrés | rond negentien tot drieëntwintig graden |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
La météo du Lundi 29 Septembre au Mercredi 1er Octobre.
Ce lundi, le temps est calme. | (Deze maandag is het weer kalm.) |
Le matin, il y a du brouillard au centre et près de l’Allemagne. | (In de ochtend is er mist in het centrum en dicht bij Duitsland.) |
On voit aussi des nuages dans le nord et dans le sud-ouest. | (Men ziet ook wolken in het noorden en het zuidwesten.) |
L’après-midi, le soleil brille dans beaucoup de régions. | (In de namiddag schijnt de zon in vele regio's.) |
Dans le sud, il fait beau, mais il y a quelques averses dans les Pyrénées. | (In het zuiden is het mooi weer, maar er zijn enkele buien in de Pyreneeën.) |
Au nord, le ciel est partagé entre nuages et éclaircies. | (In het noorden is de lucht verdeeld tussen wolken en opklaringen.) |
Le soir, il fait beau au sud, mais il y a encore quelques averses dans les Pyrénées. | (In de avond is het mooi weer in het zuiden, maar er zijn nog enkele buien in de Pyreneeën.) |
Le matin, les températures sont entre cinq et dix degrés. | (In de ochtend liggen de temperaturen tussen vijf en tien graden.) |
Il fait quinze degrés sur la côte basque et seize degrés à Nice. | (Het is vijftien graden aan de Baskische kust en zestien graden in Nice.) |
L’après-midi, il fait de dix-neuf à vingt-trois degrés, et jusqu’à vingt-six degrés à Perpignan. | (In de namiddag is het van negentien tot drieëntwintig graden, en tot zesentwintig graden in Perpignan.) |
Mardi, il y a du soleil et des nuages dans les Pyrénées et en Corse. | (Dinsdag is het zonnig met wolken in de Pyreneeën en op Corsica.) |
Mercredi, il fait beau à l’ouest, mais il pleut un peu entre les Alpes et la Corse. | (Woensdag is het mooi weer in het westen, maar regent het een beetje tussen de Alpen en Corsica.) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Quel temps fait-il lundi matin au centre et près de l’Allemagne ?
(Wat voor weer is het maandagochtend in het centrum en vlak bij Duitsland?)2. Comment est le temps dans le sud l’après-midi ?
(Hoe is het weer in het zuiden 's middags?)3. Quelle est la température à Nice le matin ?
(Wat is de temperatuur 's ochtends in Nice?)4. Que se passe-t-il mercredi entre les Alpes et la Corse ?
(Wat gebeurt er woensdag tussen de Alpen en Corsica?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Comment est le temps le soir dans le sud, selon le texte ?
- Quelles différences de température y a-t-il entre le matin et l’après-midi ?
- Parle-moi du temps qu’il fait dans ta région quand il y a du brouillard.
- Préféres-tu les journées ensoleillées ou les journées avec des nuages ? Pourquoi ?