Oefening 1: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Henry est vétérinaire est donne des conseils pour bien s'occuper de ses animaux de compagnie.
Henry is dierenarts en geeft advies over hoe je goed voor je huisdieren kunt zorgen.
Je m'appelle Henry, je suis vétérinaire. Aujourd'hui, je vais vous donner des conseils pour prendre soin de vos animaux. | (Ik heet Henry, ik ben dierenarts. Vandaag zal ik u advies geven om voor uw dieren te zorgen.) |
Il faut promener les chiens deux fois par jour. Ils ont besoin de courir et de se dépenser. | (Honden moeten twee keer per dag worden uitgelaten. Ze moeten kunnen rennen en zich kunnen uitleven.) |
Les chiens sont fragiles avec certains aliments : ne leur donnez jamais de chocolat. | (Honden zijn gevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen: geef ze nooit chocolade.) |
En été, les chiens perdent leurs poils. Il faut donc les brosser régulièrement. | (In de zomer verharen honden. Daarom moet u ze regelmatig borstelen.) |
Pendant la promenade, choisissez une laisse assez longue pour que le chien puisse bouger facilement. | (Kies tijdens het uitlaten een lange riem zodat de hond zich gemakkelijk kan bewegen.) |
Les chats sont indépendants. Ils aiment se promener seuls. | (Katten zijn onafhankelijk. Ze wandelen graag alleen.) |
Parfois, les chats ramènent une souris ou un oiseau. | (Soms brengen katten een muis of een vogel mee.) |
Les chats mangent souvent. Mettez des croquettes dans leur gamelle pour qu'ils puissent manger quand ils veulent. | (Katten eten vaak. Doe brokjes in hun bak zodat ze kunnen eten wanneer ze willen.) |
Le lapin peut aussi se promener dans la maison ou dans le jardin, sous surveillance. | (Het konijn kan ook binnen of in de tuin rondlopen, onder toezicht.) |
Le lapin a un cœur fragile, évitez de le faire courir trop vite. | (Het konijn heeft een gevoelig hart, voorkom dat het te snel rent.) |
Si vous avez une souris comme animal, pensez à lui donner de l'eau fraîche chaque jour. | (Als u een muis als huisdier hebt, zorg dan dat hij elke dag fris water krijgt.) |
La tortue a besoin de manger des légumes et d'un endroit chaud pour vivre bien. | (De schildpad moet groenten eten en een warme plek hebben om goed te kunnen leven.) |
Oefening 2: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Comment doit être la laisse pour les chiens, selon le vétérinaire ?
(Hoe moet de riem zijn voor honden, volgens de dierenarts?)2. Pourquoi le chat ramène-t-il parfois des oiseaux ou des souris ?
(Waarom brengt de kat soms vogels of muizen mee?)3. De quoi la tortue a-t-elle besoin, selon le vétérinaire ?
(Wat heeft de schildpad nodig, volgens de dierenarts?)4. Que faut-il éviter pour le lapin ?
(Wat moet je vermijden voor het konijn?)Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Pourquoi faut-il brosser les chiens en été ?
- Comment s'occupe-t-on des chats selon le vétérinaire ?
- Qu'est-ce qu'on ne doit pas donner aux chiens ?
- Où faut-il mettre une tortue chez soi ?
Waarom moet je honden in de zomer borstelen?
Hoe verzorg je katten volgens de dierenarts?
Wat mag je honden niet geven?
Waar moet je een schildpad thuis plaatsen?