Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord |
---|
de weersverwachting |
de zon |
de bewolking |
een koude dag |
de temperatuur |
de wind |
het regent |
koud |
de sneeuw |
de winter |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Een kort weerbericht met een overzicht van de week.
Maandag is het 's ochtends bewolkt en een beetje fris. |
Dinsdag schijnt de zon in de middag en het is warm. |
Woensdagavond regent het in het westen van Nederland. |
Donderdagochtend is het mistig en windstil. |
Op vrijdag waait het hard in de middag, vooral aan de kust. |
Zaterdagochtend is het droog, maar het is koud. |
Zondagmiddag is het zonnig en de lucht is blauw. |
De temperatuur ligt de hele week rond de vijf graden. |
Het weer is deze week wisselvallig, maar niet extreem. |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Wat voor weer is het woensdagavond in het westen van het land?
2. Op welke dag is het in de middag zonnig met een blauwe lucht?
3. Wat gebeurt er vrijdagmiddag vooral aan zee?
4. Hoe is het weer zaterdag in de ochtend?
Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Wat voor weer is het meestal 's ochtends in Nederland in maart?
- Hoe is het weer meestal bij jou als het waait?
- Noem een dag uit het weerbericht waarop het droog is.
- Wat doe jij als het weer fris en bewolkt is?
Oefening 5: Oefening in context
Instructie: Bekijk het liedje "Avond" van Boudewijn De groot, en herken alle woordenschat over het weer. Zing ook lekker mee!