Leer hoe je online kaartjes koopt voor concerten en praat over je favoriete muziekgenres zoals rock (rock), jazz (jazz) en instrumenten zoals gitara (gitaar). Oefen tevens veelgebruikte werkwoordsvormen zoals kupić (kopen) en pójść (gaan) in praktische dialogen.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Ćwiczenie 1: Gespreksoefening
Instrukcja:
- Wanneer ben je voor het laatst naar een concert geweest? Welk concert was het? Wanneer ga je weer? (Wanneer ben je voor het laatst naar een concert geweest? Welk concert was dat? Wanneer ga je weer?)
- Hou je van dansen? Welke soort dans vind je het leukst? (Hou je van dansen? Welke soort dans vind je het leukst?)
- Bespeel je een instrument? Zo ja, welke en wanneer ben je begonnen? (Speel je een instrument? Zo ja, welk instrument en wanneer ben je begonnen?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Na mój ostatni koncert poszedłem w zeszłym roku. Był to popowy koncert Eda Sheerana w Londynie. Za dwa miesiące pójdę na koncert PINK. Naar mijn laatste concert ging ik vorig jaar. Het was een popconcert van Ed Sheeran in Londen. Over twee maanden ga ik naar een concert van PINK. |
Nigdy nie byłem na koncercie, ale wkrótce pójdę na koncert, aby zobaczyć Lady Gagę. Ik ben nog nooit naar een concert geweest, maar ik ga binnenkort naar een concert om Lady Gaga te zien. |
Nie tańczę. Ik dans niet. |
Lubię tańczyć tango. Robię to od 2 lat. Ik houd van de tango dansen. Dat doe ik al 2 jaar. |
Zacząłem grać na skrzypcach w wieku 5 lat. Ik begon met viool spelen toen ik 5 jaar oud was. |
W mojej rodzinie nikt nie gra na instrumencie, ale wszyscy uprawiają jakiś sport. In mijn familie bespeelt niemand een instrument, maar iedereen doet aan een soort sport. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. W sobotę _____ na koncert mojego ulubionego zespołu.
(Zaterdag _____ ik naar het concert van mijn favoriete band.)2. _____ bilet online, żeby uniknąć kolejek przy wejściu.
(_____ ik online een ticket om wachtrijen bij de ingang te vermijden.)3. Zastanawiam się, czy ktoś _____ grał na gitarze podczas koncertu.
(Ik vraag me af of iemand _____ gitaar zal spelen tijdens het concert.)4. Po koncercie _____ się z przyjaciółmi, aby porozmawiać o muzyce.
(Na het concert _____ we onze vrienden om over muziek te praten.)Oefening 4: Ik ga naar een concert
Instructie:
Werkwoordschema's
Kupić - Kopen
Czas teraźniejszy
- ja kupuję
- ty kupujesz
- on/ona/ono kupuje
- my kupujemy
- wy kupujecie
- oni/one kupują
Cieszyć się - Blij zijn
Czas teraźniejszy
- ja cieszę się
- ty cieszysz się
- on/ona/ono cieszy się
- my cieszymy się
- wy cieszycie się
- oni/one cieszą się
Grać - Spelen
Czas teraźniejszy
- ja gram
- ty grasz
- on/ona/ono gra
- my gramy
- wy gracie
- oni/one grają
Pójść - Gaan
Czas przyszły prosty
- ja pójdę
- ty pójdziesz
- on/ona/ono pójdzie
- my pójdziemy
- wy pójdziecie
- oni/one pójdą
Rozmawiać - Bespreken
Czas przeszły
- ja rozmawiałem/rozmawiałam
- ty rozmawiałeś/rozmawiałaś
- on rozmawiał/ona rozmawiała/ono rozmawiało
- my rozmawialiśmy/rozmawiałyśmy
- wy rozmawialiście/rozmawiałyście
- oni rozmawiali/one rozmawiały
Posłuchać - Luisteren
Czas przyszły prosty
- ja posłucham
- ty posłuchasz
- on/ona/ono posłucha
- my posłuchamy
- wy posłuchacie
- oni/one posłuchają
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: Naar een concert gaan
In deze les leer je hoe je gesprekken voert over het kopen van concertkaartjes, het bespreken van muzikale voorkeuren en populaire muziekfestivals in Polen. De onderwerpen zijn afgestemd op niveau A2 en richten zich op praktische uitdrukkingen die je kunt gebruiken in alledaagse situaties rondom muziek en evenementen.
1. Kaartjes kopen voor een concert
Je oefent dialogen over het online bestellen van kaartjes, waarbij je leert vragen stellen en voorkeuren aangeven. Bijvoorbeeld:
"Chcę kupić bilety na koncert zespołu Coldplay." (Ik wil kaartjes kopen voor een Coldplay-concert.)
"Wolisz siedzace czy stojace?" (Heb je liever zitplaatsen of staanplaatsen?)
2. Praten over favoriete muziekgenres en instrumenten
In dit deel bespreek je je muzikale voorkeuren en welke instrumenten je bespeelt of leuk vindt. Bijvoorbeeld:
"Lubię muzykę rockową, a ty?" (Ik hou van rockmuziek, en jij?)
"Gram na gitarze od pięciu lat." (Ik speel al vijf jaar gitaar.)
3. Populaire muziekfestivals in Polen
Je leert over bekende festivals zoals Pol’and’Rock en Open’er, en hoe je vragen kunt stellen over evenementen en kaartbeschikbaarheid.
"Czy byłeś kiedyś na festiwalu muzycznym w Polsce?" (Ben je ooit op een muziekfestival in Polen geweest?)
"Zazwyczaj lepiej kupić je wcześniej online." (Meestal kun je ze het beste van tevoren online kopen.)
Belangrijke woordenschat en uitdrukkingen
- bilety – kaartjes
- koncert – concert
- gatunek muzyczny – muziekgenre
- grać na instrumencie – een instrument bespelen
- festiwal muzyczny – muziekfestival
- kupować – kopen (nu)
- kupić – kopen (voltooid)
Grammatica: Werkwoordvervoegingen en tijden
De les besteedt aandacht aan het gebruik van verschillende werkwoordtijden zoals voltooid tegenwoordige tijd (np. kupuję), toekomende tijd (np. pójdę) en verleden tijd (np. rozmawialiśmy). Het begrijpen en toepassen van deze tijden is essentieel om correct en natuurlijk Pools te spreken.
Verschillen tussen Nederlands en Pools
Er zijn enkele verschillen die het leren van Pools uniek maken in vergelijking met het Nederlands. Pools gebruikt veelvuldig verbuigingen en tijdsvormen die niet direct in het Nederlands voorkomen. Bijvoorbeeld, het Poolse werkwoord kupować (kopen) heeft verschillende aspecten en tijden die anders zijn dan in het Nederlands.
Een nuttige uitdrukking is „Chcę kupić bilety” (Ik wil kaartjes kopen). In het Nederlands gebruiken we eenvoudig het hele werkwoord, maar in het Pools zie je het verschil tussen de onvoltooide vorm kupować en de voltooide vorm kupić, wat aangeeft of de actie voltooid is.
Daarnaast zijn er specifieke woordenschatwoorden met weinig directe Nederlandse equivalenten, zoals festiwal (festival) en bilety (kaartjes), die nuttig zijn om te kennen voor gesprekken over evenementen.
Praktische tips
- Let op het verschil tussen zit- en staanplaatsen: siedzace (zittend) en stojące (staand).
- Gebruik zeker de juiste vervoeging bij werkwoorden om de tijd en aspect goed over te brengen.
- Bij het kopen van kaartjes wordt vaak gesproken over betaalmethoden zoals kartą (met kaart) of przelewem (overschrijving).