A2.17: Vrienden bezoeken

Odwiedzanie przyjaciół

Leer hoe je vrienden uitnodigt en gastvrijheid uitdrukt in het Pools met woorden als zaprosić (uitnodigen), przygotować (voorbereiden) en pogramy (we zullen spelen). Oefen praktische dialogen over samenkomen en avondactiviteiten, ideaal voor dagelijkse situaties.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Ćwiczenie 1: Gespreksoefening

Instrukcja:

  1. Zie je je vrienden vaak? Wat voor activiteiten doe je graag samen? (Zie je je vrienden vaak? Welke activiteiten doe je graag samen?)
  2. Heb je liever feestjes of een bordspelavond samen? (Heb je liever feestjes of een bordspelavond samen?)
  3. Ben je ooit op reis geweest met je vrienden? Vertel ons erover! (Ben je ooit op reis geweest met je vrienden? Vertel ons erover!)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Spotykam się z przyjaciółmi co tydzień. Zazwyczaj umawiamy się na kawę i rozmawiamy.

Ik zie mijn vrienden elke week. Meestal ontmoeten we elkaar voor koffie en praten we.

Widuję się z przyjaciółmi raz lub dwa razy w miesiącu. Wtedy zazwyczaj jemy razem kolację i gramy w gry.

Ik zie mijn vrienden maar één of twee keer per maand. Dan gaan we meestal uit eten en spelen we samen spelletjes.

Wolę wychodzić, gdy widzę się z przyjaciółmi.

Ik ga liever uit als ik mijn vrienden zie.

Uwielbiam grać w gry planszowe, więc kiedy spotykam się z przyjaciółmi, gramy razem w chińczyka.

Ik hou van het spelen van bordspellen, dus wanneer ik mijn vrienden zie, spelen we samen ludo.

Z moim przyjacielem Juánem zawsze gram w szachy.

Met mijn vriend Juán speel ik altijd schaak.

W zeszłym roku pojechałem na wycieczkę do Insbrucka z dwoma przyjaciółmi. Poszliśmy na wędrówkę i zwiedzaliśmy miasto. Pogoda była wspaniała!

Vorig jaar ging ik met twee van mijn vrienden op reis naar Innsbruck. We gingen wandelen en bezochten de stad. Het weer was geweldig!

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. W sobotę ________ moich przyjaciół na kolację.

(Zaterdag ________ ik mijn vrienden uit voor het diner.)

2. Później ________ grać w planszówki i rozmawiać.

(Later ________ we bordspellen spelen en praten.)

3. Myślę, że ________ pyszny obiad z tradycyjnymi potrawami.

(Ik denk dat ik ________ een heerlijke lunch met traditionele gerechten zal klaarmaken.)

4. Wieczorem po kolacji ________ razem film.

(Vanavond na het diner ________ we samen een film.)

Oefening 4: Avondbijeenkomst bij vrienden

Instructie:

W przyszłym weekendzie my (Zapraszać - Czas przyszły prosty) naszych przyjaciół na kolację. Ja (Przygotować - Czas przyszły prosty) kilka tradycyjnych dań z Polski, a mój mąż (Zaprosić - Czas przyszły prosty) ich na degustację lokalnych win. Ty (Przyjść - Czas przyszły prosty) później, bo najpierw masz pracę do skończenia. Po kolacji wszyscy (Grać - Czas przyszły prosty) w planszówki, co myślisz o tym planie?


Volgend weekend zullen wij uitnodigen (Uitnodigen - Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) onze vrienden voor het diner. Ik zal voorbereiden (Voorbereiden - Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) enkele traditionele gerechten uit Polen, en mijn man zal uitnodigen (Uitnodigen - Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) hen voor een proeverij van lokale wijnen. Jij komt (Komen - Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) later, omdat je eerst werk moet afmaken. Na het diner zullen we allemaal spelen (Spelen - Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) bordspellen, wat vind je van dit plan?

Werkwoordschema's

Zapraszać - Uitnodigen

Czas przyszły prosty

  • ja zaproszę
  • ty zaprosisz
  • on/ona/ono zaprosi
  • my zaprosimy
  • wy zaprosicie
  • oni/one zaproszą

Przygotować - Voorbereiden

Czas przyszły prosty

  • ja przygotuję
  • ty przygotujesz
  • on/ona/ono przygotuje
  • my przygotujemy
  • wy przygotujecie
  • oni/one przygotują

Zaprosić - Uitnodigen

Czas przyszły prosty

  • ja zaproszę
  • ty zaprosisz
  • on/ona/ono zaprosi
  • my zaprosimy
  • wy zaprosicie
  • oni/one zaproszą

Przyjść - Komen

Czas przyszły prosty

  • ja przyjdę
  • ty przyjdziesz
  • on/ona/ono przyjdzie
  • my przyjdziemy
  • wy przyjdziecie
  • oni/one przyjdą

Grać - Spelen

Czas przyszły prosty

  • ja pogram
  • ty pograsz
  • on/ona/ono pogra
  • my pogramy
  • wy pogracie
  • oni/one pograją

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Lesoverzicht: Bezoek bij vrienden in het Pools

Deze les richt zich op het leren van praktische communicatieve vaardigheden rondom het uitnodigen van vrienden bij je thuis, het organiseren van een spelletjesavond en het bespreken van dagelijkse avondactiviteiten in Polen. Het niveau van de les is A2, wat betekent dat je basiszinnen en eenvoudige gesprekken over vertrouwde onderwerpen leert voeren.

Belangrijkste thema's en uitdrukkingen

  • Uitnodigen en gastvrijheid tonen: woorden en zinnen als "Zaproszę" (ik nodig uit), "Chciałbym was zaprosić" (ik zou jullie graag willen uitnodigen), "Przyniesiemy coś do jedzenia" (we nemen iets te eten mee) en "Dziękuję, ja przygotuję napoje" (dank je, ik zorg voor de drankjes).
  • Organiseren van sociale avondactiviteiten: zoals "wieczór gier" (spelletjesavond), "Zadbam o gry planszowe" (ik zorg voor bordspellen) en "Zrobić kolację" (een diner maken).
  • Dagelijkse avondroutines: uitdrukkingen over ontspannen: "Lubię czytać książki i oglądać filmy" (ik houd van boeken lezen en films kijken), "chodzić na spacer" (wandelen), en "spotykać się z przyjaciółmi" (afspreken met vrienden).

Werkwoordvervoegingen in de toekomende tijd

De les bevat oefeningen die je helpen de toekomende tijd van belangrijke werkwoorden te oefenen, zoals:

  • Zapraszać (uitnodigen): ja zaproszę, ty zaprosisz,...
  • Przygotować (voorbereiden): ja przygotuję, ty przygotujesz,...
  • Grać (spelen): ja pogram, ty pograsz,...

Belangrijkste verschillen tussen Nederlands en Pools

In het Pools wordt de toekomststijd vaak gevormd met een specifieke vervoeging van het werkwoord, bijvoorbeeld "zaproszę" voor "ik zal uitnodigen", terwijl het Nederlands vaak hulpgwwr. gebruikt met het hoofdwerkwoord (bijv. "zal uitnodigen"). Daarnaast kent Pools verschillende verbuigingen die aan persoon en getal worden aangepast, wat voor Nederlandssprekenden soms een uitdaging kan zijn.

Handige Poolse woorden en zinnen met Nederlandse equivalenten

  • Zaprosić – uitnodigen (toekomst: zaproszę = ik nodig uit)
  • Przygotować – voorbereiden (przygotuję = ik maak klaar)
  • Wieczór – avond
  • Grać w planszówki – bordspelletjes spelen
  • Do zobaczenia! – Tot ziens!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏