Con esta rutina, se mantiene a raya la casa.
Met deze routine blijft het huis netjes.

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
Recojo Ik ruim op
Limpio Ik maak schoon
El fregadero de la cocina De gootsteen in de keuken
El lavavajillas De vaatwasser
Lavar la ropa Kleren wassen
Pongo una lavadora Ik zet de wasmachine aan
La limpieza Het schoonmaken
El lavabo De wastafel
El WC Het toilet
El robot aspirador De robotstofzuiger
No tengo la casa perfecta, pero con esta rutina la mantengo ordenada. (Ik heb geen perfect huis, maar met deze routine houd ik het netjes.)
Ventilo todas las habitaciones, recojo y coloco lo que está fuera de lugar. (Ik laat alle kamers luchten, ruim op en zet alles wat niet op z'n plek staat terug.)
Limpio las superficies que usamos más, como el fregadero de la cocina. (Ik maak de oppervlakken schoon die we het meest gebruiken, zoals de gootsteen in de keuken.)
Coloco los platos en el lavavajillas y meto los platos del desayuno. (Ik zet de borden in de vaatwasser en doe de ontbijtborden erin.)
Compruebo si necesito lavar ropa y pongo una lavadora. (Ik kijk of ik was moet draaien en zet een was aan.)
Después de ventilar la casa media hora, hago la cama. (Na een halfuur het huis te hebben gelucht, maak ik het bed op.)
Hago una limpieza rápida al lavabo y al baño. (Ik maak snel de wastafel en de badkamer schoon.)
Mi hija y yo ordenamos su cuarto. (Mijn dochter en ik ruimen haar kamer op.)
Ahora solo queda poner el robot aspirador, relajarme un poco y empezar a trabajar. (Nu hoef ik alleen nog de robotstofzuiger aan te zetten, even te ontspannen en aan het werk te gaan.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Este texto habla de una rutina de limpieza diaria en casa.

Deze tekst gaat over een dagelijkse schoonmaakroutine in huis.
1. Gabriel: He comprado un robot aspirador para mi casa. (Ik heb een robotstofzuiger gekocht voor mijn huis.)
2. Julia: ¿De verdad? ¿Es ese que limpia el suelo solo? (Echt? Is dat die ene die de vloer helemaal zelf schoonmaakt?)
3. Gabriel: Sí, lo pongo por la mañana y limpia todas las habitaciones. (Ja, ik zet hem 's ochtends aan en hij maakt alle kamers schoon.)
4. Julia: ¿Funciona bien o solo se mueve sin sentido? (Werkt hij goed of rijdt hij maar wat rond?)
5. Gabriel: Es muy inteligente, evita los muebles y la secadora, y no choca con nada. (Hij is heel slim, ontwijkt meubels en de droger, en botst nergens tegenaan.)
6. Julia: Pues suena mejor que mi aspiradora vieja y pesada. (Dat klinkt beter dan mijn oude, zware stofzuiger.)
7. Gabriel: Por eso lo tengo, y mientras el robot limpia, yo pongo la lavadora, la secadora y el lavavajillas. (Daarom heb ik hem, en terwijl de robot schoonmaakt, zet ik de wasmachine, droger en vaatwasser aan.)
8. Julia: Qué práctico, así puedes ahorrar tiempo. (Wat handig, zo bespaar je tijd.)
9. Gabriel: Sí, entre semana estoy cansado del trabajo, y los fines de semana prefiero descansar y no limpiar. (Ja, doordeweeks ben ik moe van het werk, en in het weekend wil ik liever uitrusten dan schoonmaken.)
10. Julia: Creo que mi casa también necesita uno así. (Ik denk dat mijn huis er ook zo één nodig heeft.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Qué aparato compró Gabriel para su casa?

(Welk apparaat heeft Gabriel voor zijn huis gekocht?)

2. ¿Qué hace el robot aspirador según Gabriel?

(Wat doet de robotstofzuiger volgens Gabriel?)

3. ¿Qué hace Gabriel mientras el robot está limpiando?

(Wat doet Gabriel terwijl de robot aan het schoonmaken is?)

4. ¿Por qué Gabriel compró el robot aspirador?

(Waarom heeft Gabriel de robotstofzuiger gekocht?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. ¿Cómo mantienes tu casa limpia y ordenada durante la semana cuando estás ocupado con el trabajo?
  2. Hoe houd je je huis schoon en netjes tijdens de week als je het druk hebt met werk?
  3. ¿Qué electrodomésticos usas normalmente para ayudarte con las tareas del hogar?
  4. Welke huishoudelijke apparaten gebruik je meestal om je te helpen met het huishouden?
  5. ¿Prefieres limpiar un poco cada día o dedicar un día especial para hacer la limpieza? ¿Por qué?
  6. Schoon je liever elke dag een beetje of wijd je liever een speciale dag aan het schoonmaken? Waarom?
  7. ¿Crees que un robot aspirador sería útil en tu casa? ¿Por qué sí o por qué no?
  8. Denk je dat een robotstofzuiger handig zou zijn in jouw huis? Waarom wel of niet?

Oefening 5: Oefening in context

Instructie: Elige un producto que te interese y descríbelo indicando su tamaño, color, funciones y dónde lo colocarías en casa.

  1. https://www.elcorteingles.es/electrodomesticos/