Oefening 1: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Una madre explica a su hijo de 10 años la importancia de visitar a diferentes médicos.

Een moeder legt aan haar 10-jarige zoon het belang uit van het bezoeken van verschillende artsen.
Mi hijo es muy curioso y siempre me pregunta por qué voy al médico. (Mijn zoon is erg nieuwsgierig en vraagt me altijd waarom ik naar de dokter ga.)
Le explico que nuestro cuerpo funciona como una máquina increíble. (Ik leg hem uit dat ons lichaam werkt als een ongelooflijke machine.)
Le digo que el dentista se encarga de cuidar los dientes, que son esenciales para comer y sonreír. (Ik vertel hem dat de tandarts zorgt voor de tanden, die essentieel zijn om te eten en te glimlachen.)
También le cuento que el fisioterapeuta ayuda a las personas a moverse mejor y recuperarse de lesiones. (Ik vertel hem ook dat de fysiotherapeut mensen helpt beter te bewegen en te herstellen van blessures.)
Le hablo de la ginecóloga, que cuida la salud de las mujeres. (Ik vertel hem over de gynaecoloog, die zorgt voor de gezondheid van vrouwen.)
Y del oculista, que se encarga de los ojos para que podamos ver bien. (En over de oogarts, die zorgt voor de ogen zodat we goed kunnen zien.)
Le explico que el cirujano opera en el hospital cuando es necesario. (Ik leg uit dat de chirurg opereert in het ziekenhuis wanneer dat nodig is.)
Y que, si alguien está muy enfermo, tiene que ingresar en el hospital para recibir tratamiento. (En dat, als iemand erg ziek is, diegene in het ziekenhuis moet worden opgenomen om behandeld te worden.)
Por eso, le digo que es importante visitar al médico regularmente para mantenerse sano. (Daarom zeg ik hem dat het belangrijk is om regelmatig naar de dokter te gaan om gezond te blijven.)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Por qué el hijo del narrador pregunta acerca de las visitas al médico?

(Waarom vraagt de zoon van de verteller naar de doktersbezoeken?)

2. ¿Qué especialista ayuda a las personas a mover el cuerpo?

(Welke specialist helpt mensen met het bewegen van hun lichaam?)

3. Según el texto, ¿qué función tiene el cirujano?

(Volgens de tekst, wat is de functie van de chirurg?)

4. ¿Por qué es importante visitar al médico, según el texto?

(Waarom is het volgens de tekst belangrijk om naar de dokter te gaan?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué especialista visitarías si tienes un problema con los dientes y por qué?
  2. Welke specialist zou je bezoeken als je een probleem met je tanden hebt en waarom?
  3. ¿Has tenido que ingresar alguna vez en una clínica u hospital? ¿Por qué motivo?
  4. Moest je ooit opgenomen worden in een kliniek of ziekenhuis? Waarom?
  5. ¿Puedes explicar para qué sirve un fisioterapeuta y si lo has visitado alguna vez?
  6. Kun je uitleggen waarvoor een fysiotherapeut dient en heb je er ooit een bezocht?
  7. ¿Por qué crees que es importante ir al médico incluso cuando no tienes síntomas visibles?
  8. Waarom denk je dat het belangrijk is om naar de dokter te gaan, zelfs als je geen zichtbare symptomen hebt?