Oefening 1: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Primer día en el trabajo en el extranjero: presentación al equipo, nuevos horarios y motivación para adaptarse a la vida laboral.

Eerste dag op het werk in het buitenland: kennismaking met het team, nieuwe werktijden en motivatie om je aan te passen aan het werkleven.
Hoy es mi primer día en el nuevo trabajo, y estoy nervioso pero con ganas. (Vandaag is mijn eerste dag in de nieuwe baan, en ik ben nerveus maar enthousiast.)
He decidido venir en autobús porque es práctico y así puedo conocer mejor la ciudad. (Ik heb besloten om met de bus te gaan omdat het praktisch is en zo kan ik de stad beter leren kennen.)
Ya he buscado la ruta más rápida para no llegar tarde. (Ik heb al de snelste route gezocht om niet te laat te komen.)
Cuando llego, me presento al equipo, incluyendo al director de la empresa. (Als ik aankom, stel ik mezelf voor aan het team, inclusief de directeur van het bedrijf.)
Les cuento que estoy motivado para contribuir con lo que sé y para aprender cosas nuevas. (Ik vertel hen dat ik gemotiveerd ben om bij te dragen met wat ik weet en om nieuwe dingen te leren.)
También hablo sobre mi experiencia anterior y lo que espero conseguir en este puesto. (Ik praat ook over mijn eerdere ervaring en wat ik hoop te bereiken in deze functie.)
El horario es diferente al de mi trabajo anterior, pero creo que me adaptaré pronto si me organizo bien. (De werktijden zijn anders dan mijn vorige baan, maar ik denk dat ik me snel zal aanpassen als ik me goed organiseer.)
Después de trabajar, quiero dar una vuelta por la ciudad para conocerla un poco más. (Na het werk wil ik een rondje door de stad maken om deze wat beter te leren kennen.)
Todavía no conozco bien el lugar, pero me siento afortunado por esta oportunidad. (Ik ken de plek nog niet goed, maar ik voel me gelukkig met deze kans.)
Estoy ilusionado por los nuevos retos y comienzo cada día con una actitud positiva. (Ik kijk uit naar de nieuwe uitdagingen en begin elke dag met een positieve houding.)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Cómo llega el protagonista a su nuevo trabajo?

(Hoe komt de hoofdpersoon bij zijn nieuwe werk?)

2. ¿Cuál es la motivación principal del protagonista en su nuevo trabajo?

(Wat is de belangrijkste motivatie van de hoofdpersoon in zijn nieuwe werk?)

3. ¿Qué planea hacer el protagonista después del trabajo?

(Wat is het plan van de hoofdpersoon na het werk?)

4. ¿Cómo describe el protagonista su adaptación al nuevo horario?

(Hoe beschrijft de hoofdpersoon zijn aanpassing aan het nieuwe schema?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Por qué crees que es importante tener una buena organización cuando comienzas un trabajo nuevo en otro país?
  2. Waarom denk je dat het belangrijk is om een goede organisatie te hebben wanneer je aan een nieuwe baan in een ander land begint?
  3. ¿Qué habilidades o experiencias podrías aportar tú en un trabajo nuevo en el extranjero?
  4. Welke vaardigheden of ervaringen zou jij kunnen inbrengen in een nieuwe baan in het buitenland?
  5. ¿Cómo te adaptarías a un cambio en tus prioridades al empezar una nueva rutina laboral?
  6. Hoe zou je je aanpassen aan een verandering in je prioriteiten bij het beginnen van een nieuwe werkroutine?
  7. ¿Qué actividades te gustaría hacer después del trabajo para conocer mejor una ciudad nueva?
  8. Welke activiteiten zou je graag doen na het werk om een nieuwe stad beter te leren kennen?