10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben
Deze video toont de dagelijkse Nederlandse lunch.
Dieses Video zeigt das tägliche niederländische Mittagessen.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
de krentenbol die Rosinenbrötchen
de kipfilet das Hähnchenfilet
de avocado die Avocado
de eiwitreep der Eiweißriegel
de kwark der Quark
het fruit das Obst
de appel der Apfel
de banaan die Banane
een boterham ein Butterbrot

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Twee huisgenoten zeggen goeiemorgen en praten over lunch op het werk

Zwei Mitbewohner sagen guten Morgen und sprechen über Mittagessen bei der Arbeit.
1. Mark: Goedemorgen Lisa, wat neem jij mee voor de lunch? (Guten Morgen Lisa, was nimmst du zum Mittagessen mit?)
2. Lisa: Goedemorgen! Ik neem een volkoren krentenbol mee. (Guten Morgen! Ich nehme ein Vollkorn-Rosinenbrötchen mit.)
3. Mark: Dat ziet er lekker uit! Wat zit erop? (Das sieht lecker aus! Was ist darauf?)
4. Lisa: Kipfilet en avocado. Wat neem jij mee? (Hähnchenbrustfilet und Avocado. Was nimmst du mit?)
5. Mark: Ik weet het niet. Ik wil hetzelfde als jij. (Ich weiß es nicht. Ich möchte dasselbe wie du.)
6. Lisa: We hebben alleen nog een bakje kwark met fruit. (Wir haben nur noch einen Becher Quark mit Obst.)
7. Mark: Nee, dank je. Dan neem ik een eiwitreep. (Nein danke. Dann nehme ich einen Eiweißriegel.)
8. Lisa: Serieus? Maar kwark is gezond! Ik houd van kwark met banaan, appel en granola. (Im Ernst? Aber Quark ist gesund! Ich mag Quark mit Banane, Apfel und Granola.)
9. Mark: Prima, dan neem ik jouw lunch en jij neemt de kwark! (Gut, dann nehme ich dein Mittagessen und du nimmst den Quark!)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Wat neemt Lisa mee voor de lunch?

(Was nimmt Lisa zum Mittagessen mit?)

2. Wat vindt Mark niet lekker?

(Was mag Mark nicht?)

3. Welk fruit noemt Lisa dat ze graag bij de kwark eet?

(Welches Obst nennt Lisa, das sie gerne zum Quark isst?)

4. Wat besluiten Lisa en Mark te doen met hun lunch?

(Was beschließen Lisa und Mark mit ihrem Mittagessen zu tun?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Wat neem jij meestal mee als lunch naar je werk of school?
    2. Was nimmst du meistens als Mittagessen mit zur Arbeit oder Schule?
  2. Welke vruchten vind jij lekker en waarom?
    3. Welche Früchte magst du und warum?
  3. Wat eet en drink je graag bij het ontbijt?
    4. Was isst und trinkst du gerne zum Frühstück?
  4. Wat is jouw favoriete gezond tussendoortje en wat neem je daarvan mee?
    5. Was ist dein Lieblingsgesunder Snack und was davon nimmst du mit?

Übung 5: Praxis im Kontext

Anleitung: De muur is heel bekend in Nederland. Zou jij iets uit de muur pakken? Leg uit.

  1. https://www.youtube.com/watch?v=mSive9iRbAs&start=10&end=44