Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten
In dieser Lektion lernst du die onvoltooide verleden tijd (Präteritum) der zwakke werkwoorden, z. B. "werken" - werkte, "voelen" - voelde, und die richtige Anwendung von -te(n) oder -de(n Endungen bei regelmäßigen Verben.
- Die onvoltooid verleden tijd benutzt man, um etwas zu beschreiben
- De onvoltooid verleden tijd verwendest du für Handlungen, die unmittelbar nacheinander stattgefunden haben.
- Die onvoltooid verleden tijd benutzt man, wenn etwas früher oft geschah oder eine Gewohnheit war.
- Endet der Stamm auf softketchup? Füge -te(n) hinzu.
- Kein softketchup? Füge -de(n) hinzu.
- Einzahl = -te oder -de
- Plural = -ten oder -den.
Werken (arbeiten) | Voelen (Fühlen) | Wachten (warten) | Openen (öffnen) | |
---|---|---|---|---|
ik | werkte | voelde | wachtte | opende |
jij, je | werkte | voelde | wachtte | opende |
hij, zij, het | werkte | voelde | wachtte | opende |
wij, we | werkten | voelden | wachtten | openden |
jullie | werkten | voelden | wachtten | openden |
zij, ze | werkten | voelden | wachtten | openden |
Übung 1: Onvoltooid verleden tijd: zwakke werkwoorden
Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.
wandelde, huurden, maakte, bevestigde, probeerde, meldde, leerde, wachtte
Übung 2: Mehrfachauswahl
Anleitung: Wähle den richtigen Satz im Präteritum schwacher Verben. Achte genau auf den Stamm und die richtige Endung (-te/-ten oder -de/-den) für Einzahl und Mehrzahl.