Organisation and delegation

Organisatie en delegatie

Vocabulary on organisational hierarchy
Giving orders

Previous Next

Vocabulary (11)

Student worksheet

Share Copied!

Informeren

To inform Show

Voltooien

To complete Show

Dringend

Urgent Show

De melding

The notification Show

Voltooid

Completed Show

De taak

The task Show

Het systeem

The system Show

Het project

The project Show

De organisatie

The organisation Show

De leider

The leader Show

Organiseren

To organise Show

Exercises

Student worksheet

Share Copied!

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

Taken verdelen binnen het team

Example 1

Kun jij de presentatie voorbereiden voor de vergadering?

Can you prepare the presentation for the meeting?

Ja, dat kan ik doen. Wil je dat ik ook de notulen maak?

Yes, I can do that. Do you want me to take the minutes as well?

Nee, ik zei dat jij alleen de presentatie moest voorbereiden. Ik maak zelf de notulen wel.

No, I said you only had to prepare the presentation. I'll take the minutes myself.

Oké, ik begin meteen met de presentatie.

Okay, I'll start on the presentation right away.

Bedankt! Laat het me weten als je hulp nodig hebt.

Thanks! Let me know if you need help.

Dat doe ik, dank je.

I will, thank you.

Example 2

De manager vroeg of jij het rapport voor vrijdag af kunt hebben.

The manager asked if you can have the report ready by Friday.

Ik zei dat ik het rapport woensdag al af had.

I said that I finished the report on Wednesday already.

Dat is goed om te horen. Hij vroeg ook of je de feedback op de resultaten kunt verzamelen.

That's good to hear. He also asked if you can collect the feedback on the results.

Ja, dat kan ik doen. Ik zal het team vragen om hun input te sturen.

Yes, I can do that. I will ask the team to send their input.

Goed idee. Vergeet niet te vragen of iedereen het deze week af krijgt.

Good idea. Don’t forget to ask if everyone will finish it this week.

Dat zal ik zeker doen.

I will definitely do that.

Instructies geven aan een assistent

Example 1

Kun je de afspraak met de klant voor morgen bevestigen?

Can you confirm the appointment with the client for tomorrow?

Ja, ik bevestig het meteen.

Yes, I will confirm it right away.

Vertel ook dat we het budget vandaag bespreken.

Also say that we are discussing the budget today.

Ik zal dat zeggen. Je vroeg of ze het budget wilt verplaatsen?

I will say that. Did you ask if they want to reschedule the budget?

Nee, dat heb ik niet gezegd. Ze moeten komen zoals gepland.

No, I didn’t say that. They have to come as planned.

Dat begrijp ik, ik zorg dat ze dat weten.

I understand, I will make sure they know that.

Example 2

Zorg dat de vergaderruimte om tien uur klaar is.

Make sure the meeting room is ready at ten o’clock.

Oké, ik zorg dat alles klaarstaat.

Okay, I will make sure everything is set up.

Kun je ook vragen of de technische apparatuur werkt?

Can you also ask if the technical equipment is working?

Ja, ik vroeg of ze de apparatuur getest hebben. Ze zeiden dat alles in orde is.

Yes, I asked if they have tested the equipment. They said everything is fine.

Dat klinkt goed. Bedankt voor je hulp.

That sounds good. Thanks for your help.

Graag gedaan, ik hou je op de hoogte.

You’re welcome, I’ll keep you posted.

Overleggen met de teamleider

Example 1

Hij zei dat ik het nieuwe project moet coördineren.

He said that I must coordinate the new project.

Heeft hij ook gevraagd wie het budget beheert?

Did he also ask who manages the budget?

Ja, hij vroeg of jij dat kunt doen.

Yes, he asked if you can do that.

Ik zei dat ik dat deze week nog kan regelen.

I said that I can arrange that this week.

Hij zei dat het belangrijk is dat het snel gebeurt.

He said it is important that it happens soon.

Ik begin er meteen mee.

I will start right away.

Example 2

De teamleider vroeg of jij de klantcontacten overneemt.

The team leader asked if you take over the client contacts.

Ik zei dat ik dat graag doe.

I said that I would like to do that.

Hij zei dat ik ook de rapportages moet controleren.

He said that I also have to check the reports.

Ik vroeg of hij wil dat ik het rapport voor maandag klaar heb.

I asked if he wants me to have the report ready by Monday.

Hij bevestigde dat dat het plan is.

He confirmed that that is the plan.

Dan zorg ik dat alles op tijd klaar is.

Then I will make sure everything is ready on time.

Exercise 2: Multiple Choice

Instruction: Choose the correct solution

1. De leider zegt dat hij het project morgen ____ organiseren.

2. Hij informeert ons of de taak al ____ is.

3. De manager vraagt of het systeem nog steeds ____ .

4. Ze zei dat ze de melding onmiddellijk ____ organiseren.

Exercise 3: Organization and delegation at the office

Instruction:

Op kantoor (Veranderen - VTT) de leider besloten dat het systeem (Veranderen - VTT) voor een betere efficiëntie. De manager (Zeggen - OTTk) dat zij morgen het nieuwe project (Organiseren - OTTk) . Ik (Informeren - OTTk) alle teamleden over de veranderingen en vraag of iedereen klaar (Zijn - OTTk) om de taken op te nemen. Tijdens de vergadering (Vragen - OTTk) ze of ik het dringende werk al (Voltooien - VTT) . Ik antwoord dat ik het project (Voltooien - VTT) en dat alles volgens plan verloopt.

At the office, the leader has (Change - Present Perfect) decided that the system has changed for better efficiency. The manager says that she will organize the new project tomorrow. I inform all team members about the changes and ask if everyone is ready to take on the tasks. During the meeting, they ask if I have already completed the urgent work. I answer that I have completed the project and that everything is going according to plan.

Verb Tables

Veranderen - Change

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

ik heb veranderd
jij hebt veranderd
hij/zij/het heeft veranderd
wij hebben veranderd
jullie hebben veranderd
zij hebben veranderd

Organiseren - Organize

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

ik zal organiseren
jij zult organiseren
hij/zij/het zal organiseren
wij zullen organiseren
jullie zullen organiseren
zij zullen organiseren

Informeren - Inform

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

ik informeer
jij informeert
hij/zij/het informeert
wij informeren
jullie informeren
zij informeren

Zeggen - Say

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

ik zeg
jij zegt
hij/zij/het zegt
wij zeggen
jullie zeggen
zij zeggen

Vragen - Ask

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

ik vraag
jij vraagt
hij/zij/het vraagt
wij vragen
jullie vragen
zij vragen

Voltooien - Complete

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

ik heb voltooid
jij hebt voltooid
hij/zij/het heeft voltooid
wij hebben voltooid
jullie hebben voltooid
zij hebben voltooid

Zijn - Be

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

ik ben
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Grammar Share Copied!

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

Verb conjugation tables for this lesson

Student worksheet

Share Copied!

Veranderen change Share Copied!

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch	English
(ik) heb veranderd	I have changed
(jij) hebt veranderd / hebt veranderd	You have changed / have changed
(hij/zij/het) heeft veranderd	he/she/it has changed
(wij) hebben veranderd	we have changed
(jullie) hebben veranderd	you have changed
(zij) hebben veranderd	they have changed

Exercises and examples phrases

Organiseren to organise Share Copied!

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

Dutch	English
(ik) zal organiseren	I will organise
(jij) zult organiseren / zal organiseren	you will organise
(hij/zij/het) zal organiseren	he/she/it will organise
(wij) zullen organiseren	we will organise
(jullie) zullen organiseren	you will organise
(zij) zullen organiseren	they will organise

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

Vocabulary (11)

Student worksheet

Share Copied!

Exercises

Student worksheet

Share Copied!

Exercise 1: Dialogue Cards

Exercise 2: Multiple Choice

Exercise 3: Organization and delegation at the office

Verb Tables

Grammar Share Copied!

Verb conjugation tables for this lesson

Student worksheet

Share Copied!

Veranderen change Share Copied!

Organiseren to organise Share Copied!

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏

Conversation classes

Who is coLanguage?

Our other learning materials

Organisation and delegation

Vocabulary (11) Student worksheet Share Copied!

Exercises Student worksheet Share Copied!

Exercise 1: Dialogue Cards

Exercise 2: Multiple Choice

Exercise 3: Organization and delegation at the office

Verb Tables

Grammar Share Copied!

Verb conjugation tables for this lesson Student worksheet Share Copied!

Veranderen change Share Copied!

Organiseren to organise Share Copied!

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏

Vocabulary (11)

Student worksheet

Share Copied!

Exercises

Student worksheet

Share Copied!

Verb conjugation tables for this lesson

Student worksheet

Share Copied!