Apprenez à utiliser l'<notrans>onvoltooid verleden toekomende tijd</notrans> pour exprimer en néerlandais des souhaits, de la politesse et des suggestions. Cette leçon explique comment construire des phrases avec 'zou/zouden' + infinitif, l'importance de 'graag' pour la politesse, ainsi que des exemples concrets. Découvrez aussi les différences clés avec le français pour mieux maîtriser ce temps verbal dans un contexte pratique et respectueux.
- Utilisez zou/zouden + infinitif pour des souhaits et des suggestions polis.
- Pour exprimer la politesse et un souhait, on ajoute le mot 'graag'.
| Voorbeeld | |
|---|---|
| Wens (Souhait) | Ik zou graag met mijn partner willen samenwonen. (Je voudrais vivre avec mon partenaire.) |
| Beleefdheid (Politesse) | Ik zou graag binnenkort een gezin willen stichten. (Je voudrais bientôt fonder une famille.) |
| Suggestie (Suggestion) | Je zou aan de toekomst moeten denken. (Tu devrais penser à l'avenir.) |
Exercice 1: Wensen, beleefdheid en suggesties met onvoltooid verleden toekomende tijd
Instruction: Remplissez le mot correct.
zou, Zou, zouden
1.
Ik ... graag willen reizen voordat ik een gezin sticht.
(Je voudrais voyager avant de fonder une famille.)
2.
Ik ... graag een gezin stichten in de toekomst.
(J'aimerais fonder une famille à l'avenir.)
3.
... jij mij kunnen bellen morgenavond?
(Pourrais-tu m'appeler demain soir ?)
4.
Wij ... willen verhuizen naar een groter huis.
(Nous aimerions déménager dans une maison plus grande.)
5.
We ... een huisdier kunnen nemen?
(Pourrions-nous prendre un animal de compagnie ?)
6.
Hij ... willen trouwen volgend jaar in de zomer.
(Il voudrait se marier l'été prochain.)
7.
... je willen samenwonen met je partner?
(Voudrais-tu vivre avec ton partenaire ?)
8.
Zij ... graag een relatie beginnen dit jaar.
(Elle aimerait commencer une relation cette année.)
Exercice 2: Choix multiple
Instruction: Choisissez la phrase correcte dans laquelle le passé futur imparfait est utilisé correctement pour exprimer des souhaits, de la politesse ou des suggestions.
1.
De woordvolgorde is onjuist; 'willen' en 'graag' staan verkeerd, en 'samenwoont' is verkeerd vervoegd.
Hier is 'overwerken' niet passend in de context; bovendien richt de oefening zich op beleefde wensen of suggesties binnen gezins- of toekomstplannen.
2.
'Moet' is geen correcte infinitief hier; het moet 'moeten' zijn.
De plaatsing van 'moeten' is niet correct; de juiste volgorde is 'zou aan de toekomst moeten denken'.
3.
De woordvolgorde is niet correct; 'willen' staat verkeerd; het hoort achteraan te staan.
De volgorde 'ik graag zou' is onjuist; de correcte volgorde is 'ik zou graag'.
4.
De plaatsing van 'wat rustiger' is fout; het hoort als bijwoordelijke bepaling direct achter het werkwoord te staan.
De volgorde 'kunnen wat' is onjuist; het moet 'wat rustiger kunnen praten' zijn.
