Deze les behandelt Franse persoonlijke voornaamwoorden zoals je (ik), tu (jij), il/elle/on (hij/zij/men) en hun meervoudsvormen nous (wij), vous (jullie/u), ils/elles (zij). Leer wanneer je 'tu' gebruikt voor informeel, 'vous' voor formeel of meervoud, en het veelzijdige 'on'.
- Voornaamwoorden weerspiegelen het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het aantal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp.
- "Tu" wordt gebruikt in een informele situatie.
- "Vous" wordt gebruikt om tegen meerdere personen te spreken of in een formele situatie om respect te tonen aan één persoon (beleefdheid).
| Singulier (Enkelvoud) | Pluriel (Meervoud) |
|---|---|
| Je (Ik) | Nous (Wij) |
| Tu (Je) | Vous (U) |
| Il / Elle / On (Hij / Zij / Men) | Ils / Elles (Zij) |
Uitzonderingen!
- Het voorzetsel on kan gesproken worden gebruikt ter vervanging van wij of op een onpersoonlijke manier, om over mensen in het algemeen te spreken: "On mange à midi".
Oefening 1: Dialoog voltooiing
Instructie: Voltooi de dialoog met de juiste oplossing
1. Comment ___ va ?
( Hoe ___ gaat het?)2. ___ suis enchanté de faire votre connaissance.
( ___ ben verheugd u te ontmoeten.)3. ___ êtes monsieur Dupont, n'est-ce pas ?
( ___ bent meneer Dupont, toch?)4. ___ as un stylo ?
( ___ heb je een pen?)5. Ça ___ très bien, merci !
( Het ___ heel goed, dank je!)6. À bientôt, bonne ___ !
( Tot ziens, fijne ___!)