10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
la schiena de rug
gli esercizi de oefeningen
da seduti zittend
le gambe de benen
le braccia de armen
il ginocchio de knie
la gamba het been
il gomito de elleboog
le ginocchia de knieën

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Ecco tre esercizi per migliorare il mal di schiena.

Hier zijn drie oefeningen om rugpijn te verbeteren.
Hai mal di schiena? Ecco tre esercizi semplici per la zona lombare. (Heb je rugpijn? Hier zijn drie eenvoudige oefeningen voor de onderrug.)
Il primo esercizio è da seduto con le gambe aperte. (De eerste oefening wordt zittend met de benen gespreid uitgevoerd.)
Metti le braccia lungo il corpo e piega il busto in avanti, avvicinando la fronte al ginocchio diritto. (Leg je armen langs je lichaam en buig de romp naar voren, waarbij je het voorhoofd naar de rechterknie brengt.)
Mantieni la posizione e fai cinque respiri lenti. (Houd de positie aan en haal vijf keer langzaam adem.)
Il secondo esercizio: appoggia il gomito destro sul ginocchio sinistro e fai ruotare il busto. (De tweede oefening: leg de rechterelleboog op de linkerknie en draai de romp.)
Tieni la posizione per cinque respiri lenti, poi torna su e ripeti con il gomito sinistro sul ginocchio destro. (Houd deze positie vijf langzame ademhalingen vast, ga dan weer rechtop zitten en herhaal met de linkerelleboog op de rechterknie.)
Terzo esercizio: siediti con le ginocchia piegate e i piedi a terra. (Derde oefening: zit met gebogen knieën en voeten op de grond.)
Porta la fronte verso le ginocchia. (Breng het voorhoofd naar de knieën.)
Ripeti tutta la sequenza tre volte. (Herhaal de hele reeks drie keer.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Quanti esercizi ci sono per la zona lombare?

(Hoeveel oefeningen zijn er voor de onderrug?)

2. Nel primo esercizio, come devono essere le gambe?

(Hoe moeten de benen zijn bij de eerste oefening?)

3. Nel primo esercizio, dove deve arrivare la fronte?

(Waar moet het voorhoofd bij de eerste oefening komen?)

4. Devi fare cinque respiri lenti in ogni esercizio?

(Moet je bij elke oefening vijf langzame ademhalingen doen?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Quanti esercizi per la schiena sono descritti nel testo?
    2. Hoeveel rugoefeningen worden in de tekst beschreven?
  2. Come si posizionano le gambe nel primo esercizio?
    3. Hoe plaats je de benen bij de eerste oefening?
  3. Quando fai esercizi per la schiena, quale parte del corpo senti più coinvolta?
    4. Welk lichaamsdeel voel je het meest bij het doen van rugoefeningen?
  4. Perché pensi che sia importante respirare lentamente durante questi esercizi?
    5. Waarom denk je dat het belangrijk is om langzaam te ademen tijdens deze oefeningen?