Leer het gebruik van bezittelijke voornaamwoorden zoals mijn, jouw, zijn en haar in het Nederlands. Ontdek wanneer je 'ons' en 'onze' gebruikt en het verschil tussen formeel en informeel bezit met 'uw' en 'jouw'. Praktische voorbeelden maken het leren makkelijk en toepasbaar in het dagelijks leven.
- "Ons" wordt gebruikt bij "het-woorden", "onze" bij "de-woorden".
- "Uw" is de formele vorm van "jouw".
Subject | Bezittelijk voornaamwoord |
---|---|
Ik | Mijn |
Jij/je | Jouw / je |
U | Uw |
Hij | Zijn |
Zij/ze | Haar |
Wij/we | Onze / ons |
Jullie | Jullie |
Zij/ze | Hun |
Oefening 1: De bezittelijke voornaamwoorden (mijn, jouw, zijn,...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
zijn, mijn, onze, Mijn, jouw, jullie, haar
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Dit is ___ moeder en haar naam is Anne.
2. ___ broer werkt in Amsterdam.
3. Wij houden van ___ familie.
4. Hij zoekt ___ sleutels.
5. Heb jij ___ kinderen gezien?
6. ___ huis is groot en gezellig.