Leer hoe je in het Nederlands correcte datums formuleert met de juiste voorzetsels en vormen. Deze les bevat uitleg over volledige datums, datums zonder jaartal, dagen van de week en het gebruik van voorzetsels zoals 'op' en 'in'. Ontdek voorbeelden en belangrijke tips voor correcte datumuitdrukking.
- Dagen van de week: Gebruik 'op' + dagnaam, bv. 'op maandag'.
- Maanden en jaren: Gebruik 'in' + maand of jaar, bv. 'in januari', 'in 2025'.
- Volledige datums: Dag + maand + jaar, bv. '21 april 2023'.
Vorm (Vorm) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|
Volledige datum (Volledige datum) | 12 augustus 2023 (12 augustus 2023) |
Datum zonder jaartal (Datum zonder jaartal) | 5 juli (5 juli) |
Datum met dag van de week (Datum met dag van de week) | Maandag 3 april (Maandag 3 april) |
Vraag (Vraag) | Welke dag is het vandaag? Het is donderdag 12 juli. (Welke dag is het vandaag? Het is donderdag 12 juli.) |
Uitzonderingen!
- Feestdagen hebben vaak geen voorzetsel, bv. 'Kerstmis is op 25 december'.
Oefening 1: Hoe formuleer je de datum?
Instructie: Vul het juiste woord in.
op 5 juli 2025, op, in, op 10 maart, op 31 december 2023
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. We hebben vakantie ___ juli.
2. De vergadering is ___ maandag.
3. Kerstmis is ___ 25 december.
4. Mijn verjaardag is ___ 10 maart.
5. We plannen het feest ___ het weekend.
6. ___ 31 december 2023 vieren we Oud en Nieuw.