Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je de Spaanse aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden este, ese en aquel correct gebruikt. Ze geven de afstand aan tussen de spreker en het object of persoon en stemmen overeen in geslacht en getal met het zelfstandig naamwoord. Deze les biedt duidelijke voorbeelden en helpt je de verschillen met het Nederlands te begrijpen.
  1. Aanwijzende voornaamwoorden stemmen overeen in geslacht en getal met het zelfstandig naamwoord.
  2. We gebruiken ze om de ruimtelijke of temporele afstand van iets te herkennen.
Distancia (Afstand)Masculino (Mannelijk)Femenino (Vrouwelijk)
Cerca (Dichtbij)Singular: Este → Este día es duro. (Deze dag is zwaar.)Singular: Esta → Esta camisa es nueva. (Dit overhemd is nieuw.)
 Plural: Estos → Estos pantalones son anchos. (Deze broeken zijn wijd.)Plural: Estas → Estas manzanas son grandes. (Deze appels zijn groot.)
Media distancia (Middelste afstand)Singular: Ese → Ese pan es suave. (Dat brood is zacht.)Singular: Esa → Esa falda es estrecha. (Die rok is smal.)
 Plural: Esos → Esos países son grandes. (Die landen zijn groot.)Plural: Esas → Esas profesiones son duras. (Die beroepen zijn zwaar.)
Lejos (Ver)Singular: Aquel → Aquel médico es nuevo. (Die dokter is nieuw.)Singular: Aquella → Aquella receta es vieja. (Dat recept is oud.)
 Plural: Aquellos → Aquellos sombreros son gruesos. (Die hoeden zijn dik.)Plural: Aquellas → Aquellas gafas son finas. (Die bril is fraai.)

 

 

 

Oefening 1: Los adjetivos demostrativos: "Este, ese, aquel"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

estas, Aquellos, Esos, Estos, Esas, Aquellas, aquella, Esa

1. Cerca:
... zapatos son gruesos.
(Deze schoenen zijn dik.)
2. Media distancia:
... casas son estrechas.
(Die huizen zijn smal.)
3. Cerca:
¡Mira ... botas!
(Kijk naar deze laarzen!)
4. Media distancia:
... ojos son claros.
(Die ogen zijn helder.)
5. Lejos:
... camisetas son suaves.
(Die T-shirts zijn zacht.)
6. Media distancia:
... falda me gusta mucho.
(Die rok bevalt me erg.)
7. Lejos:
Quiero mirar ... camiseta.
(Ik wil dat shirt daar bekijken.)
8. Lejos:
... camareros son nuevos.
(Die obers zijn nieuw.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ cuadrado es grande y tiene líneas gruesas.

(___ vierkant is groot en heeft dikke lijnen.)

2. ___ línea es larga pero fina.

(___ lijn is lang maar dun.)

3. ___ triángulos son nuevos y anchos.

(___ driehoeken zijn nieuw en breed.)

4. ___ forma es pequeña y de color claro.

(___ vorm is klein en licht van kleur.)

5. Miramos ___ rectángulo porque es duro y alto.

(We kijken naar ___ rechthoek omdat hij hard en hoog is.)

6. ___ línea es suave y vieja.

(___ lijn is zacht en oud.)

Los adjetivos demostrativos: "Este, ese, aquel"

In deze les leer je hoe je de Spaanse aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden este, ese en aquel gebruikt. Deze woorden helpen je te verwijzen naar iets of iemand, afhankelijk van de afstand tot de spreker of luisteraar, zowel in ruimte als tijd.

Overzicht van de vormen

  • Este/Esta (dichtbij): gebruikt voor iets in directe nabijheid. Bijvoorbeeld: Este día es duro (Deze dag is zwaar).
  • Ese/Esa (middelmatige afstand): voor iets dat niet dichtbij is, maar ook niet veraf. Bijvoorbeeld: Esa falda es estrecha (Die rok is smal).
  • Aquel/Aquella (ver weg): voor iets dat veraf is in ruimte of tijd. Bijvoorbeeld: Aquella receta es vieja (Dat recept is oud).

Geslacht en getal

Een belangrijk aspect is dat deze bijvoeglijke naamwoorden overeenkomen met het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het getal (enkelvoud of meervoud) van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Bijvoorbeeld:

  • Singulier mannelijk: Este pantalón
  • Meervoud vrouwelijk: Estas manzanas

Gebruik en betekenis

Deze woorden worden gebruikt om duidelijk te maken hoe dichtbij of ver iets is ten opzichte van de spreker of luisteraar. Dit kan ook figuurlijk zijn, bijvoorbeeld in tijd. Door ze correct te gebruiken, maak je je uitspraak preciezer en begrijpelijker.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands bestaan er aanwijzende voornaamwoorden zoals "deze", "die" die vergelijkbare functies hebben, maar het Spaans onderscheidt vaak drie niveaus van afstand, terwijl het Nederlands doorgaans twee kent. Verder verandert het Spaans deze bijvoeglijke naamwoorden ook naar geslacht en aantal, iets wat in het Nederlands veel minder vaak voorkomt. Een voorbeeld is esta (deze, vrouwelijk enkelvoud) en estos (deze, mannelijk meervoud), die in het Nederlands beiden vertaald kunnen worden als "deze" of "dit" afhankelijk van het zelfstandig naamwoord.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage