Oefening 1: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Ana descubre un libro de expresiones españolas y, con curiosidad y práctica, aprende a usarlas para mejorar su comunicación diaria.
Ana ontdekt een boek met Spaanse uitdrukkingen en leert ze, met nieuwsgierigheid en oefening, te gebruiken om haar dagelijkse communicatie te verbeteren.
Ana encuentra un libro de expresiones españolas mientras quiere ampliar su vocabulario. | (Ana vindt een boek met Spaanse uitdrukkingen terwijl ze haar vocabulaire wil uitbreiden.) |
En la primera página ve la expresión “No dar pie con bola” y se pregunta qué significa. | (Op de eerste pagina ziet ze de uitdrukking “No dar pie con bola” en vraagt ze zich af wat het betekent.) |
Al buscar, aprende que se usa cuando alguien no acierta en nada o comete errores. | (Bij het zoeken leert ze dat het wordt gebruikt wanneer iemand niets goed doet of fouten maakt.) |
Con interés, empieza a subrayar frases como “Estar en su salsa”. | (Met interesse begint ze zinnen te onderstrepen zoals “Estar en su salsa”.) |
Esa misma tarde, prueba a usar una expresión: “Hoy no doy pie con bola”. | (Diezelfde middag probeert ze een uitdrukking te gebruiken: “Hoy no doy pie con bola”.) |
Sus amigos se ríen y le explican que debe cuidar el tono para que suene natural. | (Haar vrienden lachen en leggen uit dat ze op de toon moet letten om natuurlijk te klinken.) |
Con cada explicación, Ana entiende mejor la importancia del contexto en el idioma. | (Met elke uitleg begrijpt Ana beter hoe belangrijk context is in de taal.) |
Una frase que le llama la atención es “Meter la pata”. | (Een zin die haar aandacht trekt is “Meter la pata”.) |
Mientras vuelven a casa, su amigo le cuenta una anécdota divertida relacionada con esa expresión. | (Terug naar huis vertelt haar vriend een grappig verhaal gerelateerd aan die uitdrukking.) |
Oefening 2: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. ¿Qué significa la expresión "No dar pie con bola" según el texto?
(Wat betekent de uitdrukking "No dar pie con bola" volgens de tekst?)2. ¿Qué hace Ana después de leer la expresión "No dar pie con bola"?
(Wat doet Ana nadat ze de uitdrukking "No dar pie con bola" heeft gelezen?)3. ¿Qué reacción tienen los amigos de Ana cuando ella usa la expresión "Hoy no doy pie con bola"?
(Wat is de reactie van Ana’s vrienden als zij de uitdrukking "Hoy no doy pie con bola" gebruikt?)4. ¿Por qué Ana comprende la importancia del contexto en el idioma?
(Waarom begrijpt Ana het belang van context in de taal?)Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- ¿Has aprendido alguna expresión en español que te haya resultado difícil de entender al principio? ¿Cuál fue y cómo la aprendiste?
- Describe una situación en la que usar una expresión idiomática te ayudó a comunicarte mejor con personas que hablan español.
- ¿Qué estrategias usas para entender y aprender las diferencias de significado entre expresiones similares en español?
- ¿Puedes contar una experiencia en la que un mal uso de una expresión en español causó un malentendido? ¿Cómo se resolvió?
Heb je een uitdrukking in het Spaans geleerd die je in het begin moeilijk vond om te begrijpen? Welke was het en hoe heb je die geleerd?
Beschrijf een situatie waarin het gebruik van een idiomatische uitdrukking je hielp om beter te communiceren met mensen die Spaans spreken.
Welke strategieën gebruik je om de betekenisverschillen tussen soortgelijke uitdrukkingen in het Spaans te begrijpen en te leren?
Kun je een ervaring vertellen waarin een verkeerd gebruik van een uitdrukking in het Spaans een misverstand veroorzaakte? Hoe werd dit opgelost?