Oefening 1: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Una historia sobre el primer choque cultural de un estudiante al adaptarse a las diferencias en los horarios.

Een verhaal over de eerste culturele schok van een student bij het aanpassen aan de verschillen in tijden.
Es mi primera semana en la ciudad y ya noto que todo es diferente. (Het is mijn eerste week in de stad en ik merk al dat alles anders is.)
Aquí las costumbres no son como en mi país. (Hier zijn de gewoontes niet zoals in mijn land.)
Por ejemplo, me está costando acostumbrarme al horario de las tiendas. (Bijvoorbeeld, het kost me moeite om te wennen aan de openingstijden van de winkels.)
La mayoría cierra a las seis de la tarde, ¡y no me lo esperaba! (De meesten sluiten om zes uur 's avonds, en dat had ik niet verwacht!)
En mi país, las tiendas abren temprano y cierran más tarde. (In mijn land zijn de winkels vroeg open en sluiten ze later.)
No entiendo muy bien por qué aquí cierran tan pronto. (Ik begrijp niet goed waarom ze hier zo vroeg sluiten.)
Estoy intentando acostumbrarme, pero me sigue pareciendo raro. (Ik probeer eraan te wennen, maar het blijft vreemd voor me.)
En mi país, se puede hacer la compra a casi cualquier hora. (In mijn land kun je bijna altijd boodschappen doen.)
Aunque no es fácil, sé que cada lugar tiene sus propias costumbres. (Hoewel het niet makkelijk is, weet ik dat elke plaats zijn eigen gewoontes heeft.)
Por eso adaptarse lleva tiempo, pero poco a poco voy aprendiendo. (Daarom kost het tijd om je aan te passen, maar beetje bij beetje leer ik.)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Cuál es la causa principal del choque cultural que experimenta el hablante en la ciudad?

(Wat is de belangrijkste oorzaak van de cultuurshock die de spreker in de stad ervaart?)

2. ¿Qué comenta el hablante sobre la dificultad para adaptarse?

(Wat zegt de spreker over de moeilijkheid om zich aan te passen?)

3. Según el texto, ¿qué valora el hablante de la nueva cultura?

(Volgens de tekst, wat waardeert de spreker aan de nieuwe cultuur?)

4. ¿Qué significa para el hablante la palabra “adaptación”?

(Wat betekent het woord "aanpassing" voor de spreker?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Cómo describirías tu experiencia personal al adaptarte a un nuevo lugar o cultura?
  2. Hoe zou je je persoonlijke ervaring beschrijven bij het aanpassen aan een nieuwe plek of cultuur?
  3. ¿Qué normas sociales o costumbres te han parecido más difíciles de entender en otro país?
  4. Welke sociale normen of gebruiken vond je het moeilijkst te begrijpen in een ander land?
  5. ¿Por qué crees que es importante respetar los valores de una cultura diferente a la propia?
  6. Waarom denk je dat het belangrijk is om de waarden van een andere cultuur dan de jouwe te respecteren?
  7. ¿Puedes contar una situación en la que hayas tenido que cambiar tus hábitos para adaptarte a un entorno nuevo?
  8. Kun je een situatie vertellen waarin je je gewoonten moest veranderen om je aan een nieuwe omgeving aan te passen?