Leer de basisregels van het Franse bijvoeglijk naamwoord: hoe ze zich aanpassen aan geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord. Ontdek voorbeelden zoals 'petit' en 'petite' en het belang van overeenstemming in langere zinnen. Vergelijk met het Nederlands om makkelijker te begrijpen hoe het Frans werkt.
- De bijvoeglijke naamwoorden stemmen overeen in geslacht en getal met het zelfstandig naamwoord.
Singulier (Enkelvoud) | Pluriel | |
---|---|---|
Masculin (Mannelijk ) | Petit (Klein) | Petits (Kleine) |
Féminin (Vrouwelijk ) | Petite (Klein) | Petites (Kleine) |
Uitzonderingen!
- Als het bijvoeglijk naamwoord in de mannelijk vorm eindigt op een „e“, verandert het niet in de vrouwelijke vorm.
- Het bijvoeglijk naamwoord is altijd in overeenstemming, zelfs wanneer het ver van het zelfstandig naamwoord staat waar het naar verwijst.
Oefening 1: L'accord des adjectifs
Instructie: Vul het juiste woord in.
chaude, suisses, italien, jeunes, italienne, jeune, espagnole, mauvaise
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. L'été est une saison ________ en France.
(De zomer is een ________ seizoen in Frankrijk.)2. En hiver, les journées sont souvent ________.
(In de winter zijn de dagen vaak ________.)3. Les mois de janvier et février sont en ________.
(De maanden januari en februari zijn in de ________.)4. Je préfère le printemps parce que les fleurs sont ________.
(Ik geef de voorkeur aan de lente omdat de bloemen ________ zijn.)5. En automne, les feuilles des arbres deviennent ________ et rouges.
(In de herfst worden de bladeren van de bomen ________ en rood.)6. Les vacances d'été commencent en juillet et en ________.
(De zomervakantie begint in juli en ________.)