Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je in het Frans vragen stelt met "Est-ce que" voor ja/nee-vragen en "Quel" (en zijn varianten) voor open vragen. Deze les behandelt de grammaticale structuur, het gebruik en de aanpassing van vragenwoorden aan het geslacht en getal. Ook wordt aandacht besteed aan de omkering van onderwerp en werkwoord en relevante verschillen met het Nederlands, zodat je effectief kunt communiceren in dagelijkse situaties.
  1. "Quel" wordt gebruikt voor een open vraag (vrij antwoord) en "est-ce que" voor een gesloten vraag (ja of nee).
  2. Est-ce que wordt gebruikt om een vraag in te leiden.
  3. "Quel" stemt overeen met het zelfstandig naamwoord: "quel", "quelle", "quels", "quelles".
  4. Wanneer je een vraag vormt, wissel je het onderwerp en het werkwoord om.
Forme (Vorm)Exemple (Voorbeeld)
Est-ce que + sujet + verbeEst-ce que tu as un cadeau? (Heb je een cadeau?)
Quel (masculin singulier) + nomQuel âge as-tu? (Hoe oud ben je?)
Quelle (féminin singulier) + nomQuelle année? (Welke jaar?)
Quels (masculin pluriel) + nomQuels cadeaux préfères-tu? (Welke cadeaus geef je de voorkeur?)
Quelles (féminin pluriel) + nomQuelles fêtes célébrez-vous? (Welke feesten vieren jullie?)
Verbe + sujetÊtes-vous contents (Bent u tevreden)? 

Uitzonderingen!

  1. "Quel" is niet beperkt tot vragen, terwijl de uitdrukking "est-ce que" alleen in vragen wordt gebruikt.
  2. Bij inversie van het onderwerp en de werkwoord, wanneer het werkwoord begint met een klinker of een stomme h, voegen we een "t" toe om de uitspraak te vergemakkelijken: Quel âge as-t-il?

Oefening 1: Les mots interrogatifs: "Est-ce que" et "Quel"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Quel, Est-ce que, Quelle, Quelles, Quels

1.
... est ton nom ?
(Wat is jouw naam?)
2.
... tu es espagnol ?
(Ben je Spaans?)
3.
... âge as-tu ?
(Hoe oud ben jij?)
4.
... cadeaux as-tu eu ?
(Welke cadeaus heb je gekregen?)
5.
... grand-mère prépare le gâteau d'anniversaire ?
(Welke grootmoeder bereidt de verjaardagstaart?)
6.
... cousines sont à ton anniversaire ?
(Welke nichten zijn er op jouw verjaardag?)
7.
... année es-tu né ?
(In welk jaar ben je geboren?)
8.
... tu vis en Espagne ?
(Woon je in Spanje?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ________ tu as un gâteau pour l'anniversaire ?

(________ heb je een taart voor de verjaardag?)

2. ________ âge as-tu aujourd’hui ?

(________ leeftijd heb je vandaag?)

3. ________ tu prépares une fête pour ton anniversaire ?

(________ bereid je een feest voor jouw verjaardag voor?)

4. ________ année est-ce que tu fêtes aujourd’hui ?

(________ jaar vier je vandaag?)

5. ________ cadeaux préfères-tu recevoir pour ton anniversaire ?

(________ cadeaus ontvang je het liefst voor je verjaardag?)

6. ________ fêtes célèbres-tu avec tes amis ?

(________ feesten vier je met je vrienden?)

Lesvragen met "Est-ce que" en "Quel" in het Frans

In deze les leer je hoe je eenvoudige vragen kunt vormen in het Frans met behulp van de uitdrukkingen "Est-ce que" en de verschillende vormen van "Quel". Deze bouwstenen zijn essentieel voor beginners (niveau A1) om zowel gesloten als open vragen te stellen.

Gebruik van "Est-ce que"

"Est-ce que" wordt gebruikt om ja/nee-vragen te maken. Het vormt een neutrale introductie voor een gesloten vraag. Bijvoorbeeld: Est-ce que tu as un cadeau? betekent "Heb je een cadeau?" Het volgt de structuur Est-ce que + onderwerp + werkwoord.

Vormen van "Quel"

"Quel" wordt gebruikt in open vragen, waar een specifieke, vrije antwoordoptie verwacht wordt. Het woord past zich aan het bijbehorende zelfstandig naamwoord aan in geslacht en getal:

  • Quel voor mannelijk enkelvoud: Quel âge as-tu?
  • Quelle voor vrouwelijk enkelvoud: Quelle année?
  • Quels voor mannelijk meervoud: Quels cadeaux préfères-tu?
  • Quelles voor vrouwelijk meervoud: Quelles fêtes célébrez-vous?

Omkering van onderwerp en werkwoord

Een andere vraagvorm is de omkering van werkwoord en onderwerp, bijvoorbeeld: Êtes-vous contents? (Bent u tevreden?). Let op het toevoegen van een 't' bij werkwoorden die beginnen met een klinker of stomme 'h', bijvoorbeeld: Quel âge as-t-il?

Belangrijke verschillen met het Nederlands

In het Nederlands wordt voor ja/nee-vragen vaak de volgorde van onderwerp en werkwoord omgedraaid, zoals "Heb je een cadeau?" terwijl in het Frans "Est-ce que" een handig hulpmiddel is om de reguliere zinsvolgorde te behouden. Ook heeft het Nederlands geen directe equivalent van "quel, quelle, quels, quelles" die aan het zelfstandig naamwoord worden aangepast; dit is typisch Frans. Denk aan het gebruik van "Wat voor" of "Welke" in het Nederlands, die minder strikt vervoegd worden. Deze verschillen zijn belangrijk om weten om goed te kunnen vragen stellen in het Frans.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 07/07/2025 16:05