Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de basis van Franse plaatsvoorzetsels zoals à, dans, sur en sous om locaties en ruimtes te beschrijven. Begrijp hoe je ze correct gebruikt in zinnen als "Il est à la maison" of "Le chat est dans le salon." Met aandacht voor verschillen tussen Frans en Nederlands, inclusief voorbeelden en praktische tips voor A1-leerlingen.
  1. Voorzetsels gaan altijd vooraf aan een zinsdeel of een werkwoord in de onvoltooid infinitief.
PrépositionExemples
À Il est à la maison.  (Hij is thuis.)
EnIl vit en Autriche.  (Hij woont in Oostenrijk.)
DansLe chat est dans le salon.
DeIl rentre de Suisse.  (Hij komt uit Zwitserland terug.)
SurLa lampe est sur le bureau.
SousLe tapis est sous la table.
IciJe vis ici depuis dix ans.  (Ik woon hier al tien jaar.)
Là / là-basOù est mon livre ? Je l'ai posé . (Waar is mijn boek? Ik heb het daar neergelegd.)

Oefening 1: Les prépositions de lieu: "À", "Dans", "Sur", "Sous", etc...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

en, ici, sur, dans, à, sous, de

1. Dans :
Nous mangeons ... ville.
(We eten in de stad.)
2. Au sein de :
La lampe est ... la maison, dans la chambre.
(De lamp is thuis, in de slaapkamer.)
3. Provenance :
Nous allons revoir notre cousin qui rentre ... Belgique.
(We gaan onze neef bezoeken die terugkomt uit België.)
4. Dans :
J'aime voyager. Je vais souvent ... Italie.
(Ik houd van reizen. Ik ga vaak naar Italië.)
5. Au dessus :
Le livre est ... la table dans le salon.
(Het boek ligt op de tafel in de woonkamer.)
6. Là :
Le panier du chien est ....
(De mand van de hond is hier.)
7. En bas :
Le tapis est ... la table de la salle à manger.
(Het tapijt ligt onder de eettafel.)
8. A l'intérieur :
Les clés sont ... le placard de l'entrée.
(De sleutels zijn in de kast bij de ingang.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. La lampe est ___ la table dans le salon.

(De lamp staat ___ de tafel in de woonkamer.)

2. Le canapé est ___ côté de la porte.

(De bank staat ___ naast de deur.)

3. Le tapis est ___ la table basse.

(Het tapijt ligt ___ de salontafel.)

4. L’armoire est ___ la chambre, près du lit.

(De kast staat ___ de slaapkamer, dicht bij het bed.)

5. Je pose le livre ___ le bureau ici.

(Ik leg het boek ___ het bureau hier.)

6. La chaise est ___ la table et le canapé.

(De stoel staat ___ de tafel en de bank.)

Les prépositions de lieu in het Frans

Deze les behandelt de basis van de Franse voorzetsels van plaats. Deze voorzetsels zijn essentieel om aan te geven waar iets zich bevindt in de ruimte. Denk hierbij aan woorden zoals à (bij), dans (in), sur (op), sous (onder) en meer. Ze helpen je zinnen duidelijk en begrijpelijk te maken wanneer je spreekt of schrijft over locaties.

Belangrijke voorzetsels en voorbeelden

  • À – bijvoorbeeld: "Il est à la maison." (Hij is thuis.)
  • Dans – bijvoorbeeld: "Le chat est dans le salon." (De kat is in de woonkamer.)
  • Sur – bijvoorbeeld: "La lampe est sur le bureau." (De lamp staat op het bureau.)
  • Sous – bijvoorbeeld: "Le tapis est sous la table." (Het tapijt ligt onder de tafel.)

Hoe gebruik je deze voorzetsels?

Voorzetsels in het Frans worden gebruikt vóór een zelfstandig naamwoord of een infinitief werkwoord om een locatie of richting aan te duiden. Ze zijn kort maar krachtig en vaak onmisbaar in dagelijkse communicatie.

Opmerkelijke verschillen met het Nederlands

In tegenstelling tot het Nederlands worden Franse voorzetsels vaak anders toegepast. Bijvoorbeeld, in het Frans zeg je à la maison waar wij thuis gebruiken zonder voorzetsel. Ook kent het Frans specifieke voorzetsels voor landen en regio's, zoals en Autriche (in Oostenrijk), terwijl het Nederlands geen voorzetsel voor sommige landen gebruikt. Daarnaast zijn plaatsbepalingen met ici (hier) of (daar) vaak gecombineerd met voorzetsels om precieze locaties te beschrijven.

Voorbeeldwoorden en zinnen met Nederlandse equivalenten:

  • À côté de - naast (bijv. "Le canapé est à côté de la porte." - "De bank is naast de deur.")
  • Entre - tussen (bijv. "La chaise est entre la table et le canapé." - "De stoel staat tussen de tafel en de bank.")

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Donia Ben Salem

Toegepaste vreemde talen

Université de Lorraine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 07/07/2025 17:24