Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer alles over onbepaalde voornaamwoorden in het Nederlands: woorden zoals 'iemand', 'niemand', 'iets' en 'alles' die verwijzen naar onbepaalde personen of zaken. Ontdek het verschil tussen bijvoeglijke en zelfstandige onbepaalde voornaamwoorden, hun gebruik, en voorbeelden in context. Handig voor het verbeteren van je grammatica en dagelijkse taalgebruik.
  1. Het onbepaald voornaamwoord 'al' gebruik je bij een onbepaald geheel.
  2. Iemand en niemand verwijzen naar personen
  3. Iets en niets verwijzen naar dingen of dieren.
Gebruik (Gebruik)Voornaamwoord (Voornaamwoord)Voorbeeldzin (Voorbeeldzin)
Bijvoeglijk (Bijvoeglijk)al/alle (al/alle)

Al haar boeken liggen op tafel. (Al haar boeken liggen op tafel.)

Alle dieren zijn gevoerd. (Alle dieren zijn gevoerd.)

Zelfstandig (Zelfstandig)iedereen (iedereen)Iedereen was bang van de tijger. (Iedereen was bang van de tijger.)
iemand (iemand)Is er iemand die de leeuw wil voeren? (Is er iemand die de leeuw wil voeren?)
niemand (niemand)Niemand zag de olifant. (Niemand zag de olifant.)
iets (iets)Hij hoorde iets in de jungle. (Hij hoorde iets in de jungle.)
niets (niets)We zagen niets in de woestijn door al het zand. (We zagen niets in de woestijn door al het zand.)
menMen zegt dat de olifanten slim zijn. (Men zegt dat de olifanten slim zijn.)

Uitzonderingen!

  1. Men gebruik je alleen als onderwerp, en altijd in het enkelvoud.
  2. Alle gebruik je met meervoudige zelfstandige naamwoorden.

Oefening 1: Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

iemand, Iedereen, niets, Men, Alle, iets

1.
Er beweegt ... in de verte in de woestijn.
(Er beweegt iets in de verte in de woestijn.)
2.
... wilde met de olifanten mee.
(Iedereen wilde met de olifanten mee.)
3.
... dieren in de jungle zijn wild en snel.
(Alle dieren in de jungle zijn wild en snel.)
4.
Ze zei dat ze ... had gezien.
(Ze zei dat ze niets had gezien.)
5.
Er stond ... bij het hek van de giraffen.
(Er stond iemand bij het hek van de giraffen.)
6.
... zegt dat de leeuw 's nachts actief is.
(Men zegt dat de leeuw 's nachts actief is.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin waarin het onbepaald voornaamwoord correct wordt gebruikt.

1.
'Niemand' wordt niet vervoegd met '-en'; dit is een foutieve vorm.
De uitgang '-e' hoort niet bij onbepaalde voornaamwoorden zoals 'niemand' en is verkeerd.
2.
'Alle' wordt gebruikt met meervoudige zelfstandige naamwoorden, maar niet direct samen met een bezittelijk voornaamwoord als 'haar'.
Gebruik hier 'Al', niet 'Alle'; 'Alle' is fout in combinatie met 'haar'.
3.
'Niets' betekent 'niets'; samen met 'liep' is deze zin onlogisch, omdat 'niets' niet kan lopen.
'Iemand' verwijst naar een persoon en is hier ongepast als er iets niet-persoons wordt bedoeld.
4.
'Dat' hoort niet bij meervoudige opsommingen; hier moet 'die' worden gebruikt voor de juiste vorm.
'Dit' en 'dat' zijn bijvoeglijke voornaamwoorden en kunnen hier niet zelfstandig worden gebruikt zonder zelfstandig naamwoord.

Introductie tot onbepaalde voornaamwoorden

Deze les behandelt onbepaalde voornaamwoorden in het Nederlands, zoals iemand, niemand en alles. Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen naar personen of zaken, zonder ze specifiek te benoemen. Ze zijn essentieel om algemene uitspraken te doen of onbepaalde situaties te beschrijven.

Gebruik en voorbeelden

Er zijn twee hoofdtypen onbepaalde voornaamwoorden: bijvoeglijke en zelfstandige. Bijvoeglijke onbepaalde voornaamwoorden, zoals al en alle, worden gebruikt in combinatie met zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: Al haar boeken liggen op tafel en Alle dieren zijn gevoerd. Zelfstandige onbepaalde voornaamwoorden staan op zichzelf, zoals:

  • iedereen – Iedereen was bang van de tijger.
  • iemand – Is er iemand die de leeuw wil voeren?
  • niemand – Niemand zag de olifant.
  • iets – Hij hoorde iets in de jungle.
  • niets – We zagen niets door het zand.
  • men – Men zegt dat olifanten slim zijn.

Belangrijke opmerkingen

Let op het gebruik van men, dat alleen als onderwerp wordt gebruikt en altijd in het enkelvoud staat. Verder wordt al gebruikt voor een onbepaald geheel en alle alleen bij meervoudige zelfstandige naamwoorden. Bijvoorbeeld: Al haar spullen zijn weg versus Alle boeken zijn gelezen. Het is belangrijk de juiste vorm te kiezen om fouten te voorkomen.

Verschillen met instructietaal

In het Nederlands worden onbepaalde voornaamwoorden vaak anders gebruikt dan in andere talen. Bijvoorbeeld, het Engelse "someone" vertaal je met iemand, maar niemand betekent "nobody" en kent geen meervoudsvorm. Het woord men is formeel en wordt niet voor personen maar voor onbepaalde onderwerpen gebruikt, zoals in Men zegt dat.... Deze nuance heeft niet elke taal. Handige woorden om te onthouden zijn iets (something), niets (nothing), en iedereen (everyone).

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 12:15