Leer alles over onbepaalde voornaamwoorden in het Nederlands: woorden zoals 'iemand', 'niemand', 'iets' en 'alles' die verwijzen naar onbepaalde personen of zaken. Ontdek het verschil tussen bijvoeglijke en zelfstandige onbepaalde voornaamwoorden, hun gebruik, en voorbeelden in context. Handig voor het verbeteren van je grammatica en dagelijkse taalgebruik.
- Het onbepaald voornaamwoord 'al' gebruik je bij een onbepaald geheel.
- Iemand en niemand verwijzen naar personen
- Iets en niets verwijzen naar dingen of dieren.
Gebruik (Gebruik) | Voornaamwoord (Voornaamwoord) | Voorbeeldzin (Voorbeeldzin) |
---|---|---|
Bijvoeglijk (Bijvoeglijk) | al/alle (al/alle) | Al haar boeken liggen op tafel. (Al haar boeken liggen op tafel.) Alle dieren zijn gevoerd. (Alle dieren zijn gevoerd.) |
Zelfstandig (Zelfstandig) | iedereen (iedereen) | Iedereen was bang van de tijger. (Iedereen was bang van de tijger.) |
iemand (iemand) | Is er iemand die de leeuw wil voeren? (Is er iemand die de leeuw wil voeren?) | |
niemand (niemand) | Niemand zag de olifant. (Niemand zag de olifant.) | |
iets (iets) | Hij hoorde iets in de jungle. (Hij hoorde iets in de jungle.) | |
niets (niets) | We zagen niets in de woestijn door al het zand. (We zagen niets in de woestijn door al het zand.) | |
men | Men zegt dat de olifanten slim zijn. (Men zegt dat de olifanten slim zijn.) |
Uitzonderingen!
- Men gebruik je alleen als onderwerp, en altijd in het enkelvoud.
- Alle gebruik je met meervoudige zelfstandige naamwoorden.
Oefening 1: Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
Instructie: Vul het juiste woord in.
iemand, Iedereen, niets, Men, Alle, iets
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin waarin het onbepaald voornaamwoord correct wordt gebruikt.