Leer Nederlands rondom het thema 'Familie-uitje naar de dierentuin'. Oefen onbepaalde voornaamwoorden zoals 'iemand' en 'niemand', aanwijzende voornaamwoorden zelfstandig gebruiken, dagelijkse dialogen bij de dierentuin, en werkwoordvervoegingen in de verleden tijd. Ideaal voor A2-niveau leerlingen die praktische woordenschat en grammatica willen versterken.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Tropisch
Tropisch
2
Bewonderen
Bewonderen
3
De tijger
De tijger
4
De woestijn
De woestijn
5
Het dier
Het dier
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. We ____ veel dieren tijdens ons familie-uitje naar de dierentuin.
2. Iedereen ____ het tropische dierenverblijf omdat het bijzonder was.
3. Volgende week ____ we ook de nieuwe jungle-expositie bewonderen.
4. Iemand ____ de kinderen rondleiden bij de olifanten in het park.
Oefening 4: Familie-uitje naar de dierentuin
Instructie:
Werkwoordschema's
Bezoeken - Bezoeken
Onvoltooid verleden tijd
- ik bezocht
- jij bezocht
- hij/zij bezocht
- wij bezochten
- jullie bezochten
- zij bezochten
Zien - Zien
Onvoltooid verleden tijd
- ik zag
- jij zag
- hij/zij zag
- wij zagen
- jullie zagen
- zij zagen
Vinden - Vinden
Onvoltooid verleden tijd
- ik vond
- jij vond
- hij/zij vond
- wij vonden
- jullie vonden
- zij vonden
Bewonderen - Bewonderen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bewonderde
- jij bewonderde
- hij/zij bewonderde
- wij bewonderden
- jullie bewonderden
- zij bewonderden
Hebben - Hebben
Onvoltooid verleden tijd
- ik had
- jij had
- hij/zij had
- wij hadden
- jullie hadden
- zij hadden
Hopen - Hopen
Onvoltooid heden
- ik hoop
- jij hoopt
- hij/zij hoopt
- wij hopen
- jullie hopen
- zij hopen
Gaan - Gaan
Onvoltooid heden
- ik ga
- jij gaat
- hij/zij gaat
- wij gaan
- jullie gaan
- zij gaan
Oefening 5: Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
Toon vertaling Toon antwoordeniemand, Iedereen, niets, Men, Alle, iets
Oefening 6: Zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden
Toon vertaling Toon antwoordenDat, die, dat, Die, deze
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.20.2 Grammatica
Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
A2.20.3 Grammatica
Zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden
Zelfstandig gebruik van aanwijzende voornaamwoorden
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zien zien Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zag | (ik) zag |
(jij) zag / zagde | (jij) zag / zagde |
(hij/zij/het) zag | (hij/zij/het) zag |
(wij) zagen | (wij) zagen |
(jullie) zagen | (jullie) zagen |
(zij) zagen | (zij) zagen |
Bezoeken bezoeken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) bezocht | (ik) bezocht |
(jij) bezocht | (jij) bezocht |
(hij/zij/het) bezocht | (hij/zij/het) bezocht |
(wij) bezochten | (wij) bezochten |
(jullie) bezochten | (jullie) bezochten |
(zij) bezochten | (zij) bezochten |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Introductie: Een familie-uitje naar de dierentuin
Deze les helpt je om Nederlands te oefenen rond het thema van een gezellige familiedag in de dierentuin. Je leert werken met onbepaalde voornaamwoorden zoals iemand, niemand en alles en hoe je aanwijzende voornaamwoorden zelfstandig kunt gebruiken. De dialogen bespreken praktische situaties, bijvoorbeeld het plannen van een bezoek, informatie vragen bij de kassa, en het bespreken van dieren en landschappen.
Wat leer je in deze les?
- Onbepaalde voornaamwoorden: woorden die verwijzen naar personen of dingen zonder ze precies te benoemen, zoals iemand en niemand.
- Aanwijzende voornaamwoorden zelfstandig gebruiken, bijvoorbeeld die of dat in zinnen over dieren en plekken.
- Dagelijkse gesprekken oefenen, zoals het vragen naar kortingen en voorzieningen bij de kassa.
- Over dieren en landschappen praten in de dierentuin, met voorbeelden van woorden als leeuwen, savanne en speeltuin.
- Werkwoordvervoegingen oefenen in de verleden tijd, zoals bezocht, zag en gingen.
Voorbeelden uit de les
Je oefent met zinnen als "Iedereen zal morgen de olifanten in de dierentuin bezoeken." en leert woordenschat rond dieren zoals tijgers, giraffen en apen. Ook oefen je kleine gesprekken bij de ingang:
- "Is er iemand die korting geeft voor groepen?"
- "Kan ik ook een plattegrond van de dierentuin krijgen?"
Uitleg bij taalgebruik
De les laat zien dat je in het Nederlands soms anders omgaat met aanwijzende voornaamwoorden dan in je moedertaal. Bijvoorbeeld, waar je in andere talen misschien een bijvoeglijk gebruik ziet, kan in het Nederlands het aanwijzend voornaamwoord zelfstandig gebruikt worden, zoals die of dat. Ook is het belangrijk om te weten hoe onbepaalde voornaamwoorden werken om algemene of onbepaalde personen aan te duiden.
Handige woorden en uitdrukkingen in deze context zijn onder meer: iemand (someone), niemand (no one), iedereen (everyone), dat (that), die (those/that one), en werkwoorden in de verleden tijd zoals bezocht (visited), zag (saw) en gingen (went).