Leer de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) van regelmatige Nederlandse werkwoorden. Deze les behandelt de vervoeging per persoon, stamvorming en bijzondere klankveranderingen bij werkwoorden zoals maken, blijven en reizen. Begrijp de basisregels om acties die nu gebeuren correct uit te drukken in het Nederlands.
- De stam vind je door -en van het werkwoord te verwijderen.
Persoon & Uitgang | Werken | Maken | Antwoorden | Blijven | Reizen |
---|---|---|---|---|---|
Ik (-) | werk (werk) | maak (maak) | antwoord (antwoord) | blijf (blijf) | reis (reis) |
Jij (-t) | werkt (werkt) | maakt (maakt) | antwoordt (antwoordt) | blijft (blijft) | reist (reist) |
Hij/Zij (-t) | werkt (werkt) | maakt (maakt) | antwoordt (antwoordt) | blijft (blijft) | reist (reist) |
Wij (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Jullie (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Zij (-en) | werken (werken) | maken (maken) | antwoorden (antwoorden) | blijven (blijven) | reizen (reizen) |
Uitzonderingen!
- "Maken:" Heeft het werkwoord één klinker en één medeklinker voor -en, dan verdubbelt de klinker in de eerste, tweede en derde persoon enkelvoud.
- "Blijven:"Heeft het werkwoord een -v voor -en, dan wordt in de stam de -v een -f.
- "Reizen:"Heeft het werkwoord een -z voor -en, dan wordt in de stam de -z een -s.
Oefening 1: Onvoltooid tegenwoordige tijd: regelmatige werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
antwoordt, brengt, werken, loopt, blijf, drinken, werk, wacht
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ___ mijn telefoonnummer aan mijn vriend.
2. Jij ___ het e-mailadres van de klant.
3. Hij ___ een bericht naar zijn vrouw.
4. Wij ___ samen aan het project.
5. ___ jij hier tot ik terugkom?
6. Zij ___ een afspraak op kantoor.