Deze les behandelt scheidbare werkwoorden zoals opruimen, terugbellen en uitnodigen. Leer hoe voorvoegsels zoals op-, terug-, en uit- het werkwoord beïnvloeden en correct worden gebruikt in zinnen.
- Het eerste deel is vaak een voorvoegsel of bijvoeglijk naamwoord.
- Het werkwoordelijke deel wordt vervoegd zoals normale werkwoorden.
- Voltooid deelwoord: ge- komt tussen voorvoegsel en werkwoord. Bijvoorbeeld: 'tegenkomen' ⇒ 'tegengekomen'
| Voorvoegsel | Werkwoord | Voorbeeldzin |
|---|---|---|
| op- | opruimen | Ik ruim mijn bureau op na het werk. |
| tegen- | tegenkomen | Ik kom veel leuke vacatures tegen op het internet. |
| mee- | meebrengen | Ik breng mijn cv mee naar de sollicitatie. |
| toe- | toelaten | We laten geen nieuwe werknemers toe. |
| terug- | terugbellen | De werkgever belt je terug na de sollicitatie. |
| bij- | bijwerken | Ik werk mijn cv bij. |
| uit- | uitnodigen | Het bedrijf nodigt kandidaten uit voor een gesprek. |
| af- | afstuderen | Hij studeerde vorig jaar af aan de universiteit. |
| binnen- | binnenkomen | Ik kom om 9 uur binnen bij mijn sollicitatie. |
| na- | nakijken | Ik kijk mijn sollicitatiebrief goed na om fouten te vermijden. |
Uitzonderingen!
- Niet-scheidbaar als klemtoon op het tweede deel valt.
- Werkwoorden met voorvoegsels be-, ge-, her-, ont-, ver-, er- zijn niet-scheidbaar.
Oefening 1: Scheidbare werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
maakt, bereidt, neemt, bel, bijgewerkt, druk, zoekt
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies per zin de juiste vorm van het scheidbare werkwoord. Let goed op de positie van het voorvoegsel en de correcte vervoeging van het werkwoord.