Leer hoe je een cv opstelt en gebruikt bij het zoeken naar een baan met scheidbare werkwoorden als 'bijwerken' en 'opsturen'. Oefen praktische gesprekken over vacatures, sollicitaties en terugbellen na gesprekken.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (19) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Het certificaat
Het certificaat
2
Ijverig
Ijverig
3
Verantwoordelijk
Verantwoordelijk
4
Georganiseerd
Georganiseerd
5
Punctueel
Punctueel
Oefening 2: Gespreksoefening
Instructie:
- Hoe lang moest je de laatste keer naar een baan zoeken? (Hoe lang moest je de laatste keer naar een baan zoeken?)
- Wat is belangrijk bij het solliciteren? (Wat is belangrijk bij het solliciteren?)
- Hoe ziet jouw cv eruit? (Hoe ziet je cv eruit?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ik heb drie maanden lang naar een baan gezocht. Het was een beetje moeilijk, maar ik heb een goede gevonden. |
Ik vond een baan na één maand. Ik gebruikte websites en verstuurde veel cv's. |
Het is erg belangrijk om je cv en sollicitatiebrief via e-mail te versturen. |
Het is goed om te zeggen dat je al ervaring hebt in de functie waarop je solliciteert. |
Mijn cv is simpel en kort. Ik heb mijn vaardigheden en laatste baan opgeschreven. |
Mijn cv bevat mijn foto, mijn contactgegevens en mijn werkgeschiedenis. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ____ mijn cv bij voordat ik ga solliciteren.
2. De werkgever ____ mij terug na het gesprek.
3. Ik ____ mijn sollicitatiebrief goed voorbereid.
4. Wij ____ kandidaten uit voor het eerste gesprek.
Oefening 5: Op zoek naar een baan
Instructie:
Werkwoordschema's
Voorbereiden - Voorbereiden
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik bereid
- jij bereidt
- hij/zij/het bereidt
- wij bereiden
- jullie bereiden
- zij bereiden
Afstuderen - Afstuderen
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
- ik studeerde af
- jij studeerde af
- hij/zij/het studeerde af
- wij studeerden af
- jullie studeerden af
- zij studeerden af
Solliciteren - Solliciteren
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- ik heb gesolliciteerd
- jij hebt gesolliciteerd
- hij/zij/het heeft gesolliciteerd
- wij hebben gesolliciteerd
- jullie hebben gesolliciteerd
- zij hebben gesolliciteerd
Oefening 6: Scheidbare werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Scheidbare werkwoorden
Toon vertaling Toon antwoordenstuurt, zoekt, maakt, neemt, uitgenodigd, bel, bijgewerkt
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Voorbereiden voorbereiden Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) bereid voor | (ik) bereid voor |
(jij) bereidt voor / bereid je voor | (jij) bereidt voor / bereid je voor |
(hij/zij/het) bereidt voor | (hij/zij/het) bereidt voor |
(wij) bereiden voor | (wij) bereiden voor |
(jullie) bereiden voor | (jullie) bereiden voor |
(zij) bereiden voor | (zij) bereiden voor |
Afstuderen afstuderen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) studeerde af / studeerde af | (ik) studeerde af / studeerde af |
(jij) studeerde af / studeerde af | (jij) studeerde af / studeerde af |
(hij/zij/het) studeerde af / studeerde af | (hij/zij/het) studeerde af / studeerde af |
(wij) studeerden af | (wij) studeerden af |
(jullie) studeerden af | (jullie) studeerden af |
(zij) studeerden af | (zij) studeerden af |
Solliciteren solliciteren Delen Gekopieerd!
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) heb gesolliciteerd | (ik) heb gesolliciteerd |
(jij) hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd | (jij) hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd |
(hij/zij/het) heeft gesolliciteerd | (hij/zij/het) heeft gesolliciteerd |
(wij) hebben gesolliciteerd | (wij) hebben gesolliciteerd |
(jullie) hebben gesolliciteerd | (jullie) hebben gesolliciteerd |
(zij) hebben gesolliciteerd | (zij) hebben gesolliciteerd |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les "Op zoek naar een baan"
In deze les leer je alles wat je nodig hebt om succesvol te zoeken naar een baan en jezelf goed voor te bereiden op het sollicitatieproces. Het niveau is A2, wat betekent dat je al wat basiskennis hebt van het Nederlands en deze les je helpt om praktische communicatie in een werkgerelateerde context te verbeteren.
Wat leer je in deze les?
- Een CV opstellen: Je leert hoe je een cv maakt en bijwerkt, met aandacht voor belangrijke woorden zoals "cv", "bijwerken", "ervaring" en "sollicitatiebrief".
- Scheidbare werkwoorden: We richten ons op werkwoorden die je kunt splitsen, zoals bijwerken, meebrengen en opsturen. Dit is essentieel om correct te spreken en schrijven in het Nederlands.
- Oefenen met gesprekken: Door dialogen te oefenen leer je typische gesprekken voeren op vacaturesites, bij sollicitaties en na sollicitatiegesprekken.
- Korte verhaaltjes en werkwoordspellen: Je oefent met zinnen in verschillende tijden, zoals de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), onvoltooid verleden tijd (OVT) en voltooid tegenwoordige tijd (VTT). Voorbeelden zijn: ik bereid, ik studeerde af, ik heb gesolliciteerd.
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- Vacature – een openstaande baan
- Sollicitatiebrief – brief waarmee je solliciteert
- CV (curriculum vitae) – overzicht van jouw opleiding en werkervaring
- Bellen – telefoon gebruiken, bijvoorbeeld na een sollicitatie
- Uitnodigen – vragen om te komen, bijvoorbeeld voor een tweede gesprek
Verbeter je vaardigheid met scheidbare werkwoorden
Scheidbare werkwoorden zijn typisch in het Nederlands en kunnen in verschillende zinnen anders worden gebruikt. Bijvoorbeeld: bijwerken (ik werk mijn cv bij), maar in de verleden tijd splits je ze: ik werkte mijn cv bij. Dit is belangrijk om vlot en correct te communiceren in werkgerelateerde situaties.
Praktische oefeningen
De dialogen in deze les geven je de kans om gesprekken te oefenen die je werkelijk kan tegenkomen, zoals samen een baan zoeken op een vacaturesite, je cv meenemen naar een sollicitatiegesprek en telefoontjes na een gesprek afhandelen.
Verschillen tussen het Nederlands en het instructietaalgebruik
In deze les zijn alle teksten in het Nederlands geschreven, net zoals de instructietaal, waardoor vertalingen niet nodig zijn. Dit helpt je om direct vertrouwd te raken met de Nederlandse woorden en structureerwijze. Bovendien leer je nuttige uitdrukkingen die in het dagelijks leven binnen Nederland handig zijn, zoals "Ik breng mijn cv mee" of "Wij nodigen u uit".
Daarnaast vind je in deze les praktische tips over het correct gebruiken van werkwoordstijden en scheidbare werkwoorden, die specifiek zijn voor het Nederlands en in jouw instructietaal waarschijnlijk anders worden gevormd of uitgesproken.