Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Deze les behandelt veelgebruikte onregelmatige werkwoorden als 'zijn', 'hebben', 'gaan' en 'zullen', met focus op hun vervoegingen en gebruik in dagelijkse zinnen zoals 'Ik ben moe' en 'Wij zullen morgen gaan'.
- 'Zijn' en 'hebben' zijn de meest gebruikte hulpwerkwoorden.
- 'Gaan' wordt gebruikt voor toekomstige acties met een infinitief.
- 'Zullen' drukt een belofte, voorstel of toekomst uit.
Werkwoord | Ik | Jij/u | Hij/zij/het | Wij/jullie/zij |
---|---|---|---|---|
Zijn | ben | bent | is | zijn |
Hebben | heb | hebt | heeft | hebben |
Gaan | ga | gaat | gaat | gaan |
Zullen | zal | zal | zal | zullen |
Oefening 1: Veel gebruikte onregelmatige werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
gaat, zullen, heeft, is, ga, ben, heb
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ___ moe vandaag, omdat ik vanmorgen vroeg ben opgestaan.
2. Jij ___ naar de dokter omdat je hoofdpijn hebt.
3. Hij ___ last van zijn knie na het sporten.
4. Wij ___ morgen naar het ziekenhuis gaan voor controle.
5. ___ jij vandaag naar de fysiotherapeut geweest?
6. ___ we een afspraak maken om je rug te laten onderzoeken?