Esta lección presenta veelgebruikte onregelmatige werkwoorden como 'zijn' (ser/estar), 'hebben' (tener), 'gaan' (ir) y 'zullen' (expresar futuro o promesas), esenciales para construir frases básicas en neerlandés.
- 'Zijn' y 'hebben' son los auxiliares más usados.
- 'Gaan' se utiliza para acciones futuras con un infinitivo.
- 'Zullen' expresa una promesa, propuesta o futuro.
| Werkwoord (Verbo) | Ik (yo) | Jij/u (tú/usted) | Hij/zij/het (él/ella/ello) | Wij/jullie/zij (nosotros/vosotros/ellos) |
|---|---|---|---|---|
| Zijn (Ser) | ben | bent | is | zijn |
| Hebben (Tener) | heb | hebt | heeft | hebben |
| Gaan (ir) | ga | gaat | gaat | gaan |
| Zullen (haber de) | zal | zal | zal | zullen |
Ejercicio 1: Veel gebruikte onregelmatige werkwoorden
Instrucción: Rellena la palabra correcta.
gaat, zullen, heeft, is, ga, ben, heb
1.
Gaan:
Hij ... op blote voeten door het zand.
(Él camina descalzo por la arena.)
2.
Hebben:
Zij ... een armband om haar arm.
(Ella lleva una pulsera en el brazo.)
3.
Zullen:
Morgen ... we naar het strand gaan.
(Mañana iremos a la playa.)
4.
Hebben:
Ik ... pijn in mijn buik na het eten.
(Tengo dolor en el estómago después de comer.)
5.
Zijn:
Hij ... moe en legt zijn hoofd op het kussen.
(Está cansado y apoya su cabeza en la almohada.)
6.
Gaan:
Het ... goed met mijn gezondheid.
(Mi salud va bien.)
7.
Zijn:
Ik ... blij met mijn lange haar.
(Estoy contento con mi pelo largo.)
8.
Gaan:
Ik ... naar de dokter omdat mijn vinger pijn doet.
(Voy al médico porque me duele el dedo.)
Ejercicio 2: Opción múltiple
Instrucción: Elige la solución correcta
1. Ik ___ moe vandaag, omdat ik vanmorgen vroeg ben opgestaan.
(Estoy ___ cansado hoy, porque esta mañana me levanté temprano.)2. Jij ___ naar de dokter omdat je hoofdpijn hebt.
(Tú ___ al médico porque tienes dolor de cabeza.)3. Hij ___ last van zijn knie na het sporten.
(Él ___ dolor en la rodilla después de hacer deporte.)4. Wij ___ morgen naar het ziekenhuis gaan voor controle.
(Nosotros ___ mañana al hospital para un control.)5. ___ jij vandaag naar de fysiotherapeut geweest?
(¿___ tú hoy al fisioterapeuta?)6. ___ we een afspraak maken om je rug te laten onderzoeken?
(¿___ hacemos una cita para examinar tu espalda?)
