Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de juiste plaats van een voorzetselgroep in Nederlandse zinnen volgens de vaste woordvolgorde: onderwerp, persoonsvorm, tijd, lijdend voorwerp en plaats. Ontdek voorbeelden van voorzetselgroepen en hoe je deze gebruikt om de zin duidelijker en natuurlijker te maken. Ideaal voor A2-leerlingen die hun zinsbouw willen verbeteren met praktische tips en voorbeelden.
  1. Soms staat er een tweede werkwoord in de zin. Dit werkwoord staat meestal achteraan in de zin.
  2. Een voorzetselgroep is een zinsdeel dat begint met een voorzetsel.
  3. Een voorzetselgroep kan voor of na het tweede werkwoord staan.
Plaats (Plaats)Voorbeeld (Voorbeeld)Toelichting (Toelichting)
1e plaatsPietOnderwerp (Onderwerp)
2e plaatsheeftPersoonsvorm (Persoonsvorm)
3e plaatseen banaanLijdend voorwerp (Lijdend voorwerp)
4e plaatsgegeten2e werkwoord (2e werkwoord)
5e plaatsop het werk.Voorzetselgroep (Voorzetselgroep)

Oefening 1: Voorzetselgroep

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

aan de balie, gecontroleerd, op de luchthaven, in de cockpit, gevolgd, veiligheidsgordel

1.
Wij hebben de instructies van de stewardess ...
(Wij hebben de instructies van de stewardess gevolgd)
2.
Ik toon mijn identiteitskaart ....
(Ik toon mijn identiteitskaart aan de balie.)
3.
Hij checkt in ....
(Hij checkt in op de luchthaven.)
4.
Zij draagt haar ... in het vliegtuig.
(Zij draagt haar veiligheidsgordel in het vliegtuig.)
5.
De piloot blijft ... tijdens de turbulentie.
(De piloot blijft in de cockpit tijdens de turbulentie.)
6.
De stewardess heeft de veiligheidsgordel ... voor de start.
(De stewardess heeft de veiligheidsgordel gecontroleerd voor de start.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de correcte zin met de juiste algemene zinsbouw volgens de vaste volgorde: onderwerp + persoonsvorm + tijd + lijdend voorwerp + plaats.

1.
Onjuiste volgorde: de persoonsvorm (controleert) moet direct na het onderwerp staan, hier staat die te ver naar achteren.
Foute woordvolgorde: de persoonsvorm staat niet op de tweede plaats; het onderwerp moet direct na de persoonsvorm komen.
2.
De persoonsvorm moet direct na het onderwerp komen; hier staat die te ver naar achteren.
In een gewone mededelende zin mag de persoonsvorm niet voor het onderwerp staan.
3.
Tijd moet op de derde plaats staan, hier staat die ten onrechte vóór persoonsvorm en onderwerp.
Tijd moet na de persoonsvorm en vóór het lijdend voorwerp komen; hier staat de tijd te laat in de zin.
4.
Tijd moet direct na de persoonsvorm komen en vóór het lijdend voorwerp.
Tijd moet op de derde plaats staan, na onderwerp en persoonsvorm, niet vóór het onderwerp.

Wat is een voorzetselgroep?

Een voorzetselgroep is een zinsdeel dat begint met een voorzetsel. Het geeft vaak extra informatie over plaats, tijd, richting of andere omstandigheden, bijvoorbeeld ‘op straat’, ‘bij de bakker’ of ‘in de klas’.

De volgorde van woorden in een zin

In het Nederlands is er een vaste woordvolgorde: onderwerp + persoonsvorm + tijd + lijdend voorwerp + plaats. Een voorzetselgroep komt meestal aan het einde van de zin te staan, soms vóór of na het tweede werkwoord.

Voorbeelden van voorzetselgroepen en zinsopbouw

PlaatsVoorbeeldToelichting
1e plaatsPietOnderwerp
2e plaatsheeftPersoonsvorm
3e plaatseen banaanLijdend voorwerp
4e plaatsgegeten2e werkwoord
5e plaatsop het werk.Voorzetselgroep

Belangrijke aandachtspunten

  • De persoonsvorm staat altijd op de tweede plaats in een mededelende zin.
  • Het tweede werkwoord, als dat er is, staat meestal achteraan in de zin.
  • De voorzetselgroep begint met een voorzetsel en geeft extra informatie.

Verschillen met het Engels

In tegenstelling tot het Engels, waar de volgorde vaak vrij is en voorzetselgroepen soms anders geplaatst worden, is de vaste woordvolgorde in het Nederlands erg belangrijk. Het voorzetsel en het bijbehorende zinsdeel moeten goed geplaatst worden om een begrijpelijke en correcte zin te vormen. Bijvoorbeeld, in het Engels kan ‘I have eaten a banana at work’ vrij vertaald worden, maar in het Nederlands is de volgorde zoals hierboven uitgelegd essentieel.

Handige woorden en zinnen:
Voorzetsels: op, bij, in, naar, voor
Vaste volgorde: onderwerp + persoonsvorm + tijd + lijdend voorwerp + plaats

Deze les helpt je om zinnen op de juiste manier te bouwen met voorzetselgroepen, zodat je je beter kunt uitdrukken in het Nederlands.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 17:41