Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de belangrijkste voorzetsels van tijd in het Nederlands, zoals om (exacte tijd), op (dagen en datums), en in (duur). Bijvoorbeeld: 'Ik sta om zeven uur op' en 'Wij gaan op maandag sporten.'
  1. **Gebruik 'om' voor exacte tijdstippen.
  2. **Gebruik 'op' voor dagen en specifieke data.
Voorzetsel (Voorzetsel)Voorbeeld (Voorbeeld)
InDe bus rijdt in een uur naar Amsterdam. (De bus rijdt in een uur naar Amsterdam.)
Voor
Na
We vertrekken voor het avondeten. (We vertrekken voor het avondeten.)
Na de les kom ik bij je langs. (Na de les kom ik bij je langs.)
OmIk sta om zeven uur op. (Ik sta om zeven uur op.)
OpWij gaan op maandag sporten. (Wij gaan op maandag sporten.)
OverOver een maand gaan we op vakantie. (Over een maand gaan we op vakantie.)
Vanaf
Tot
De winkel is vanaf 9 uur open. (De winkel is vanaf 9 uur open.)
Je mag tot zeven uur buiten spelen. (Je mag tot zeven uur buiten spelen.)
TussenDe winkel sluit tussen 12 en 13 uur. (De winkel sluit tussen 12 en 13 uur.)
SindsWij kennen elkaar sinds de basisschool. (Wij kennen elkaar sinds de basisschool.)
Tijdens

Wij praten tijdens de lunch. (Wij praten tijdens de lunch.)

Uitzonderingen!

  1. Gebruik 'in' voor duur, niet voor een specifiek moment.

Oefening 1: Voorzetsels van tijd (in, om, op, voor,...)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

om, sinds, tussen, na, over, tot, tijdens, vanaf

1.
De winkel is gesloten ... twaalf en één uur.
(De winkel is gesloten tussen twaalf en één uur.)
2.
De vergadering begint ... negen uur.
(De vergadering begint om negen uur.)
3.
Het feest duurt ... middernacht.
(Het feest duurt tot middernacht.)
4.
Zij heeft daar gewoond ... haar jeugd.
(Zij heeft daar gewoond tijdens haar jeugd.)
5.
Wij wonen hier ... 2010.
(Wij wonen hier sinds 2010.)
6.
Wij gaan ... een week op vakantie.
(Wij gaan over een week op vakantie.)
7.
Hij komt pas ... het werk thuis.
(Hij komt pas na het werk thuis.)
8.
De winkel is open ... 9 uur.
(De winkel is open vanaf 9 uur.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ik heb een afspraak ___ drie uur.


2. We gaan ___ maandag naar de markt.


3. De les begint ___ half negen.


4. Ik begin met werken ___ negen uur 's ochtends.


5. Wij hebben vakantie ___ juli.


6. De vergadering is ___ 15 april.


Leer de Voorzetsels van Tijd in het Nederlands

Deze les richt zich op Nederlandse voorzetsels die de tijd aangeven. Begrijpen hoe je in, om, op, voor, na, en andere voorzetsels van tijd juist gebruikt, helpt je om duidelijk te praten over momenten, duur en perioden.

Belangrijkste voorzetsels en hun gebruik

  • Om wordt gebruikt voor exacte tijdstippen: Ik sta om zeven uur op.
  • Op gebruik je bij dagen en specifieke data: Wij gaan op maandag sporten.
  • In drukt een duur of periode uit, geen specifiek tijdstip: De bus rijdt in een uur naar Amsterdam.
  • Voor en na geven momenten aan die voor of na een gebeurtenis plaatsvinden: We vertrekken voor het avondeten.
  • Vanaf geeft het begin aan van een periode: De winkel is vanaf 9 uur open.
  • Tot geeft het einde van een periode aan: Je mag tot zeven uur buiten spelen.
  • Tussen geeft een tijdspanne aan tussen twee momenten: De winkel sluit tussen 12 en 13 uur.
  • Sinds geeft een punt in het verleden aan waar vanaf iets duurt: Wij kennen elkaar sinds de basisschool.
  • Tijdens gebruik je om aan te geven wat er in een bepaalde periode gebeurt: Wij praten tijdens de lunch.

Uitleg over verschillen in het Nederlands

In het Nederlands is het gebruik van voorzetsels erg specifiek en kan het sterk verschillen van andere talen zoals het Engels. Zo gebruik je om alleen voor kloktijden, terwijl in het Engels vaak 'at' wordt gebruikt voor tijden en ook voor sommige andere situaties.

Enkele nuttige Nederlandse tijdgerelateerde uitdrukkingen zijn:

  • Om half negen - letterlijk "at half past eight"
  • In de ochtend - "in the morning" (gebruik van 'in' bij dagdelen)
  • Sinds jaar en dag - "since forever", een uitdrukking met sinds

Er zijn geen vertalingen toegevoegd omdat zowel de instructietaal als de taal van de les Nederlands is.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

woensdag, 16/07/2025 15:12