Leer in deze les hoe je eten bestelt voor afhalen in het Pools met nuttige woordenschat zoals "frytki" (friet), "pizza" (pizza), en "obiad" (diner), plus sleutelzinnen om porties, sauzen en wachten op je bestelling te bespreken.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Ćwiczenie 1: Gespreksoefening
Instrukcja:
- Je wilt een afhaalmaaltijd bestellen. Wat zeg je? (Je wilt eten bestellen. Wat zeg je?)
- Kook je zelf of bestel je vaak eten om mee te nemen? Waarom? (Kook je zelf of bestel je vaak afhaalmaaltijden? Waarom?)
- Houd je van fastfood? En wat vind je van kant-en-klaarmaaltijden? (Hou je van fastfood? En hoe zit het met kant-en-klaarmaaltijden?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Cześć! Chciałbym zamówić kilka krokietów oraz makaron z sosem pomidorowym, proszę. Hallo! Ik zou graag wat kroketten willen bestellen, evenals wat pasta met tomatensaus, alstublieft. |
Dobry wieczór! Czy mogę prosić o pad thai, sajgonki i ryż smażony? Goedenavond! Mag ik alstublieft een Pad Thai, loempia's en gebakken rijst? |
Nie lubię gotować. Dlatego często zamawiam jedzenie na wynos. Ik houd niet van koken. Daarom bestel ik vaak afhaalmaaltijden. |
Zamawianie jedzenia na wynos cały czas jest drogie. Dlatego robię to tylko czasami. Het is duur om altijd eten te bestellen. Dus doe ik het alleen soms. |
Wolę gotować sam. Jest to zdrowsze i tańsze. Ik kook liever zelf. Het is gezonder en goedkoper. |
Nie lubię fast foodów takich jak burgery i frytki, ale uwielbiam chińskie jedzenie. Ik houd niet van fastfood zoals hamburgers en friet, maar ik houd wel van Chinees eten. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Proszę, czy mogę ______ menu na wynos?
(Mag ik het menu voor afhaal ______?)2. Chciałbym ______ obiad do domu.
(Ik zou graag een maaltijd ______ thuis willen bestellen.)3. Proszę powiedzieć, ile czasu ______ przygotowanie zamówienia.
(Vertel alstublieft hoe lang ______ de bereiding van de bestelling zal duren.)4. Normalnie jem obiady w pracy, ale dzisiaj ______ jedzenie na wynos.
(Normaal eet ik lunch op het werk, maar vandaag ______ ik eten om mee te nemen.)Oefening 4: Afhaalmaaltijd - Bestellen in een restaurant
Instructie:
Werkwoordschema's
Zamawiać - Bestellen
Czas teraźniejszy
- ja zamawiam
- ty zamawiasz
- on/ona/ono zamawia
- my zamawiamy
- wy zamawiacie
- oni/one zamawiają
Wybierać - Kiezen
Czas teraźniejszy
- ja wybieram
- ty wybierasz
- on/ona/ono wybiera
- my wybieramy
- wy wybieracie
- oni/one wybierają
Prosić - Vragen
Czas teraźniejszy
- ja proszę
- ty prosisz
- on/ona/ono prosi
- my prosimy
- wy prosicie
- oni/one proszą
Pytać - Vragen
Czas przeszły
- ja pytałem/pytałam
- ty pytałeś/pytałaś
- on pytał / ona pytała / ono pytało
- my pytaliśmy
- wy pytaliście
- oni/one pytali
Przyjechać - Komen
Czas przeszły
- ja przyjechałem/przyjechałam
- ty przyjechałeś/przyjechałaś
- on przyjechał / ona przyjechała / ono przyjechało
- my przyjechaliśmy
- wy przyjechaliście
- oni/one przyjechali
Gotować - Klaarmaken
Czas przeszły
- ja gotowałem/gotowałam
- ty gotowałeś/gotowałaś
- on gotował / ona gotowała / ono gotowało
- my gotowaliśmy
- wy gotowaliście
- oni/one gotowali
Jeść - Eten
Czas przeszły
- ja jadłem/jadłam
- ty jadłeś/jadłaś
- on jadł / ona jadła / ono jadło
- my jedliśmy
- wy jedliście
- oni/one jedli
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: Eten om mee te nemen (Takeaway food)
In deze les leer je hoe je in het Pools eten kunt bestellen om mee te nemen. Je oefent gesprekken die plaatsvinden bij frietkramen, pizzeria's en restaurants met afhaalmaaltijden. De les is gericht op taalgebruik in alledaagse situaties en geschikt voor niveau A2, waarbij basiszinnen en veelgebruikte uitdrukkingen centraal staan.
Hoofdonderwerpen van de les
- Bestellen van frietjes – gesprekken rond het vragen of frietjes beschikbaar zijn en het plaatsen van een bestelling, bijvoorbeeld: "Czy mają Państwo frytki?" (Heeft u frietjes?).
- Bestellen van pizza – vragen naar het menu en de verschillende soorten pizza's bestellen, bijvoorbeeld: "Jakie pizze macie dzis w menu?" (Welke pizza's hebben jullie vandaag op het menu?).
- Bestellen van een warme maaltijd – specifieke gerechten bespreken en bestellen, zoals kotlet schabowy (varkenskotelet) of pierogi (deegwaren), bijvoorbeeld: "Co dziś jest na obiad na wynos?" (Wat is er vandaag als afhaalmaaltijd?).
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- Na wynos – om mee te nemen / takeaway
- Poproszę – alstublieft (bij het bestellen)
- Czy mają Państwo... – Heeft u...
- Ale teraz chcę spróbować czegoś nowego – Maar nu wil ik iets nieuws proberen
- Zamawiać (bestellen), prosić (vragen, verzoeken), pytać (vragen) – belangrijke werkwoorden in tegenwoordige en verleden tijd met vervoegingen die je in deze les bestudeert.
Werkwoorden en Grammaticale Focus
In de les worden verschillende werkwoordsvormen geoefend, onder andere de tegenwoordige tijd van zamawiać (bestellen) en prosić (vragen/vragen om), en de verleden tijd van pytać (vragen) en przyjechać (aankomen). Dit helpt je om situaties aan tafel of aan de telefoon goed uit te drukken.
Praktisch mini-verhaal
Het verhaal beschrijft een avond waarop de hoofdpersoon eten bestelt vanwege vermoeidheid na het werk, en hoe hij een gezonde keuze probeert te maken, maar toch iets nieuws wil proberen. Je ziet hier de praktische toepassing van nieuwe woorden en werkwoordstijden in context.
Verschillen tussen Nederlands en Pools in deze context
Een belangrijk verschil is dat in het Pools vaak beleefdheidsvormen gebruikt worden zoals Państwo voor 'u' meervoud, waar in het Nederlands een eenvoudiger u of u/jullie wordt gebruikt. Daarnaast kent het Pools specifieke werkwoordsvormen voor beleefdheidsuitdrukkingen en is de woordvolgorde anders.
Handige zinnen:
- Czy mają Państwo... – "Heeft u..." (beleefde vraag, meervoud)
- Poproszę dużą porcję frytek. – "Ik wil graag een grote portie frietjes."
- Proszę o menu na wynos. – "Mag ik het menu voor afhaal?"
- To będzie kosztowało... – "Dat zal kosten..."
Let op dat in het Pools lidwoorden ontbreken en het gebruik van werkwoorden in verschillende tijden belangrijk is voor de betekenis, iets wat in het Nederlands minder prominent is.